Woordenlijst
Leer werkwoorden – Arabisch

بُني
متى بُني السور العظيم في الصين؟
buny
mataa buny alsuwr aleazim fi alsiyni?
bouwen
Wanneer werd de Chinese Muur gebouwd?

تثري
البهارات تثري طعامنا.
tuthri
albaharat tathri taeamana.
verrijken
Specerijen verrijken ons eten.

قبل
لا أستطيع تغيير ذلك، يجب علي قبوله.
qabl
la ‘astatie taghyir dhalika, yajib ealayu qabulahu.
accepteren
Ik kan dat niet veranderen, ik moet het accepteren.

يمر
الماء كان عاليًا؛ الشاحنة لم تستطع أن تمر.
yamuru
alma‘ kan ealyan; alshaahinat lam tastatie ‘an tumari.
doorkomen
Het water was te hoog; de truck kon er niet doorheen.

عمل
هي تعمل أفضل من رجل.
eamal
hi taemal ‘afdal min rajulu.
werken
Ze werkt beter dan een man.

قلب
تقلب اللحم.
qalb
taqalib alluhami.
draaien
Ze draait het vlees.

يستبعد
الفريق يستبعدُه.
yastabeid
alfariq ystbeduh.
uitsluiten
De groep sluit hem uit.

عاد
عاد الأب من الحرب.
ead
ead al‘ab min alharba.
terugkeren
De vader is teruggekeerd uit de oorlog.

أجاب
الطالب أجاب على السؤال.
‘ajab
altaalib ‘ajab ealaa alsuwaali.
antwoorden
De student beantwoordt de vraag.

زادت
زاد عدد السكان بشكل كبير.
zadat
zad eadad alsukaan bishakl kabirin.
toenemen
De bevolking is sterk toegenomen.

مر
قد مر العصر الوسيط.
marr
qad mara aleasr alwasiti.
voorbijgaan
De middeleeuwse periode is voorbijgegaan.
