المفردات
تعلم الأفعال – الهولندية
wijken
Veel oude huizen moeten wijken voor de nieuwe.
تفسح المجال
العديد من البيوت القديمة يجب أن تفسح المجال للجديدة.
onderschrijven
We onderschrijven graag uw idee.
نؤيد
نحن نؤيد فكرتك بسرور.
teruggeven
De leraar geeft de essays terug aan de studenten.
تعيد
المعلمة تعيد الأوراق المدرسية إلى الطلاب.
ontvangen
Hij ontving een loonsverhoging van zijn baas.
يتلقى
تلقى زيادة من مديره.
uitgaan
De kinderen willen eindelijk naar buiten.
يرغبون في الخروج
الأطفال أخيرًا يرغبون في الخروج.
verwijderen
Hoe kan men een rode wijnvlek verwijderen?
يزيل
كيف يمكن للمرء إزالة بقعة النبيذ الأحمر؟
brengen
De koerier brengt een pakketje.
يجلب
يجلب الرسول حزمة.
melden
Ze meldt het schandaal aan haar vriendin.
تبلغ
تبلغ عن الفضيحة لصديقتها.
ritselen
De bladeren ritselen onder mijn voeten.
تهمس
الأوراق تهمس تحت قدمي.
duwen
Ze duwen de man het water in.
يدفعون
يدفعون الرجل إلى الماء.
uitvoeren
Hij voert de reparatie uit.
ينفذ
هو ينفذ الإصلاح.