Woordenlijst

Leer werkwoorden – Afrikaans

cms/verbs-webp/105681554.webp
veroorsaak
Suiker veroorsaak baie siektes.
veroorzaken
Suiker veroorzaakt veel ziekten.
cms/verbs-webp/101890902.webp
vervaardig
Ons vervaardig ons eie heuning.
produceren
We produceren onze eigen honing.
cms/verbs-webp/115267617.webp
waag
Hulle het gewaag om uit die vliegtuig te spring.
durven
Ze durfden uit het vliegtuig te springen.
cms/verbs-webp/117490230.webp
bestel
Sy bestel ontbyt vir haarself.
bestellen
Ze bestelt ontbijt voor zichzelf.
cms/verbs-webp/111792187.webp
kies
Dit is moeilik om die regte een te kies.
kiezen
Het is moeilijk om de juiste te kiezen.
cms/verbs-webp/123519156.webp
spandeer
Sy spandeer al haar vrye tyd buite.
doorbrengen
Ze brengt al haar vrije tijd buiten door.
cms/verbs-webp/108014576.webp
sien weer
Hulle sien mekaar uiteindelik weer.
weerzien
Ze zien elkaar eindelijk weer.
cms/verbs-webp/63645950.webp
hardloop
Sy hardloop elke oggend op die strand.
rennen
Ze rent elke ochtend op het strand.
cms/verbs-webp/82845015.webp
meld aan
Almal aan boord meld by die kaptein aan.
melden
Iedereen aan boord meldt zich bij de kapitein.
cms/verbs-webp/119289508.webp
hou
Jy kan die geld hou.
houden
Je mag het geld houden.
cms/verbs-webp/120624757.webp
stap
Hy hou daarvan om in die woud te stap.
wandelen
Hij wandelt graag in het bos.
cms/verbs-webp/124545057.webp
luister na
Die kinders luister graag na haar stories.
luisteren naar
De kinderen luisteren graag naar haar verhalen.