Woordenlijst

Leer werkwoorden – Afrikaans

cms/verbs-webp/40946954.webp
sorteer
Hy hou daarvan om sy posseëls te sorteer.
sorteren
Hij sorteert graag zijn postzegels.
cms/verbs-webp/85860114.webp
verder gaan
Jy kan nie enige verder op hierdie punt gaan nie.
verder gaan
Je kunt op dit punt niet verder gaan.
cms/verbs-webp/118588204.webp
wag
Sy wag vir die bus.
wachten
Ze wacht op de bus.
cms/verbs-webp/10206394.webp
verduur
Sy kan die pyn skaars verduur!
verdragen
Ze kan de pijn nauwelijks verdragen!
cms/verbs-webp/117953809.webp
verdra
Sy kan nie die sang verdra nie.
verdragen
Ze kan het zingen niet verdragen.
cms/verbs-webp/120762638.webp
vertel
Ek het iets belangriks om vir jou te vertel.
vertellen
Ik heb iets belangrijks te vertellen.
cms/verbs-webp/73880931.webp
maak skoon
Die werker maak die venster skoon.
schoonmaken
De werker maakt het raam schoon.
cms/verbs-webp/105504873.webp
wil uitgaan
Sy wil haar hotel verlaat.
willen verlaten
Ze wil haar hotel verlaten.
cms/verbs-webp/62175833.webp
ontdek
Die seemanne het ’n nuwe land ontdek.
ontdekken
De zeelieden hebben een nieuw land ontdekt.
cms/verbs-webp/122632517.webp
verkeerd gaan
Alles gaan vandag verkeerd!
misgaan
Alles gaat vandaag mis!
cms/verbs-webp/33599908.webp
dien
Honde hou daarvan om hulle eienaars te dien.
dienen
Honden dienen graag hun baasjes.
cms/verbs-webp/78773523.webp
vermeerder
Die bevolking het aansienlik vermeerder.
toenemen
De bevolking is sterk toegenomen.