Woordenlijst

Leer werkwoorden – Nynorsk

cms/verbs-webp/86710576.webp
reise
Feriegjestane våre reiste i går.
vertrekken
Onze vakantiegasten vertrokken gisteren.
cms/verbs-webp/120282615.webp
investere
Kva bør vi investere pengane våre i?
investeren
Waar moeten we ons geld in investeren?
cms/verbs-webp/42212679.webp
arbeide for
Han arbeidde hardt for dei gode karakterane sine.
werken voor
Hij heeft hard gewerkt voor zijn goede cijfers.
cms/verbs-webp/53646818.webp
sleppe inn
Det snødde ute og vi sleppte dei inn.
binnenlaten
Buiten sneeuwde het en we lieten ze binnen.
cms/verbs-webp/118765727.webp
belaste
Kontorarbeid belaster henne mykje.
belasten
Kantoorwerk belast haar erg.
cms/verbs-webp/58993404.webp
gå heim
Han går heim etter arbeid.
naar huis gaan
Hij gaat na het werk naar huis.
cms/verbs-webp/112408678.webp
invitere
Vi inviterer deg til nyttårsfeiringa vår.
uitnodigen
Wij nodigen je uit voor ons oudejaarsfeest.
cms/verbs-webp/102169451.webp
handtere
Ein må handtere problem.
omgaan
Men moet met problemen omgaan.
cms/verbs-webp/115207335.webp
opne
Safeen kan opnast med den hemmelege koden.
openen
De kluis kan worden geopend met de geheime code.
cms/verbs-webp/120870752.webp
dra ut
Korleis skal han dra ut den store fisken?
trekken
Hoe gaat hij die grote vis eruit trekken?
cms/verbs-webp/102823465.webp
vise
Eg kan vise eit visum i passet mitt.
tonen
Ik kan een visum in mijn paspoort tonen.
cms/verbs-webp/130938054.webp
dekke
Barnet dekkjer seg sjølv.
bedekken
Het kind bedekt zichzelf.