Woordenlijst

Leer werkwoorden – Noors

cms/verbs-webp/36190839.webp
bekjempe
Brannvesenet bekjemper brannen fra luften.
bestrijden
De brandweer bestrijdt het vuur vanuit de lucht.
cms/verbs-webp/108295710.webp
stave
Barna lærer å stave.
spellen
De kinderen leren spellen.
cms/verbs-webp/99602458.webp
begrense
Bør handel begrenses?
beperken
Moet handel worden beperkt?
cms/verbs-webp/101630613.webp
søke
Tyven søker gjennom huset.
doorzoeken
De inbreker doorzoekt het huis.
cms/verbs-webp/65199280.webp
løpe etter
Moren løper etter sønnen sin.
achterna rennen
De moeder rent achter haar zoon aan.
cms/verbs-webp/103910355.webp
sitte
Mange mennesker sitter i rommet.
zitten
Er zitten veel mensen in de kamer.
cms/verbs-webp/62069581.webp
sende
Jeg sender deg et brev.
sturen
Ik stuur je een brief.
cms/verbs-webp/119235815.webp
elske
Hun elsker virkelig hesten sin.
houden van
Ze houdt echt veel van haar paard.
cms/verbs-webp/123170033.webp
gå konkurs
Bedriften vil sannsynligvis gå konkurs snart.
failliet gaan
Het bedrijf gaat waarschijnlijk binnenkort failliet.
cms/verbs-webp/124458146.webp
overlate
Eierne overlater hundene sine til meg for en tur.
overlaten
De eigenaren laten hun honden aan mij over voor een wandeling.
cms/verbs-webp/114052356.webp
brenne
Kjøttet må ikke brenne på grillen.
branden
Het vlees mag niet branden op de grill.
cms/verbs-webp/117897276.webp
motta
Han mottok en lønnsøkning fra sjefen sin.
ontvangen
Hij ontving een loonsverhoging van zijn baas.