Woordenlijst
Leer werkwoorden – Noors

kommandere
Han kommanderer hunden sin.
bevelen
Hij beveelt zijn hond.

stave
Barna lærer å stave.
spellen
De kinderen leren spellen.

overtale
Hun må ofte overtale datteren sin til å spise.
overtuigen
Ze moet haar dochter vaak overtuigen om te eten.

publisere
Reklame blir ofte publisert i aviser.
publiceren
Reclame wordt vaak in kranten gepubliceerd.

dra
Han drar sleden.
trekken
Hij trekt de slee.

stikke av
Sønnen vår ønsket å stikke av hjemmefra.
weglopen
Onze zoon wilde van huis weglopen.

støtte
Vi støtter barnets kreativitet.
ondersteunen
We ondersteunen de creativiteit van ons kind.

glede
Målet gleder de tyske fotballfansene.
verheugen
Het doelpunt verheugt de Duitse voetbalfans.

brenne
Det brenner en ild i peisen.
branden
Er brandt een vuur in de open haard.

logge inn
Du må logge inn med passordet ditt.
inloggen
Je moet inloggen met je wachtwoord.

starte
Skolen starter nettopp for barna.
beginnen
School begint net voor de kinderen.
