Woordenlijst
Leer werkwoorden – Noors

utvikle
De utvikler en ny strategi.
ontwikkelen
Ze ontwikkelen een nieuwe strategie.

snakke med
Noen burde snakke med ham; han er så ensom.
praten met
Iemand zou met hem moeten praten; hij is zo eenzaam.

male
Bilen males blå.
schilderen
De auto wordt blauw geschilderd.

beskytte
En hjelm skal beskytte mot ulykker.
beschermen
Een helm moet tegen ongelukken beschermen.

plukke opp
Vi må plukke opp alle eplene.
oprapen
We moeten alle appels oprapen.

rykke opp
Ugress må rykkes opp.
verwijderen
Onkruid moet verwijderd worden.

svømme
Hun svømmer regelmessig.
zwemmen
Ze zwemt regelmatig.

bli frastøtt
Hun blir frastøtt av edderkopper.
walgen van
Ze walgde van spinnen.

levere
Pizzabudet leverer pizzaen.
bezorgen
De pizzabezorger bezorgt de pizza.

skyve
Sykepleieren skyver pasienten i en rullestol.
duwen
De verpleegster duwt de patiënt in een rolstoel.

se
Hun ser gjennom et hull.
kijken
Ze kijkt door een gat.
