Woordenlijst

Leer werkwoorden – Zweeds

cms/verbs-webp/122394605.webp
byta
Bilmekanikern byter däck.
vervangen
De automonteur vervangt de banden.
cms/verbs-webp/79046155.webp
upprepa
Kan du upprepa det, tack?
herhalen
Kun je dat alstublieft herhalen?
cms/verbs-webp/85677113.webp
använda
Hon använder kosmetikprodukter dagligen.
gebruiken
Ze gebruikt dagelijks cosmetische producten.
cms/verbs-webp/92612369.webp
parkera
Cyklarna parkeras framför huset.
parkeren
De fietsen staan voor het huis geparkeerd.
cms/verbs-webp/105623533.webp
bör
Man bör dricka mycket vatten.
moeten
Men zou veel water moeten drinken.
cms/verbs-webp/105224098.webp
bekräfta
Hon kunde bekräfta den goda nyheten till sin make.
bevestigen
Ze kon het goede nieuws aan haar man bevestigen.
cms/verbs-webp/100965244.webp
titta ner
Hon tittar ner i dalen.
naar beneden kijken
Ze kijkt naar beneden het dal in.
cms/verbs-webp/11579442.webp
kasta till
De kastar bollen till varandra.
gooien naar
Ze gooien de bal naar elkaar.
cms/verbs-webp/115153768.webp
se klart
Jag kan se allt klart genom mina nya glasögon.
duidelijk zien
Ik kan alles duidelijk zien door mijn nieuwe bril.
cms/verbs-webp/62000072.webp
övernatta
Vi övernattar i bilen.
overnachten
We overnachten in de auto.
cms/verbs-webp/62788402.webp
stödja
Vi stödjer gärna din idé.
onderschrijven
We onderschrijven graag uw idee.
cms/verbs-webp/98294156.webp
handla med
Folk handlar med begagnade möbler.
handelen
Mensen handelen in gebruikte meubels.