Woordenlijst

Leer werkwoorden – Litouws

cms/verbs-webp/20225657.webp
reikalauti
Mano anūkas iš manęs reikalauja daug.
vragen
Mijn kleinkind vraagt veel van mij.
cms/verbs-webp/84506870.webp
gerti
Jis beveik kiekvieną vakarą apsigeria.
worden dronken
Hij wordt bijna elke avond dronken.
cms/verbs-webp/99592722.webp
sudaryti
Mes kartu sudarome gerą komandą.
vormen
We vormen samen een goed team.
cms/verbs-webp/109657074.webp
išvaryti
Vienas gulbė išvaro kitą.
wegjagen
De ene zwaan jaagt de andere weg.
cms/verbs-webp/105875674.webp
spirti
Kovo menų mokymuose, turite mokėti gerai spirti.
schoppen
In vechtsporten moet je goed kunnen schoppen.
cms/verbs-webp/117953809.webp
kęsti
Ji negali kęsti dainavimo.
verdragen
Ze kan het zingen niet verdragen.
cms/verbs-webp/86583061.webp
sumokėti
Ji sumokėjo kredito kortele.
betalen
Ze betaalde met een creditcard.
cms/verbs-webp/36190839.webp
kovoti
Gaisrininkai kovoja su gaisru iš oro.
bestrijden
De brandweer bestrijdt het vuur vanuit de lucht.
cms/verbs-webp/124545057.webp
klausytis
Vaikai mėgsta klausytis jos pasakojimų.
luisteren naar
De kinderen luisteren graag naar haar verhalen.
cms/verbs-webp/57574620.webp
pristatyti
Mūsų dukra per atostogas pristato laikraščius.
bezorgen
Onze dochter bezorgt kranten tijdens de vakantie.
cms/verbs-webp/80060417.webp
nuvažiuoti
Ji nuvažiuoja savo automobiliu.
wegrijden
Ze rijdt weg in haar auto.
cms/verbs-webp/108118259.webp
pamiršti
Ji dabar pamiršo jo vardą.
vergeten
Ze is nu zijn naam vergeten.