Woordenlijst
Leer werkwoorden – Litouws

išeiti
Merginos mėgsta kartu išeiti.
uitgaan
De meisjes gaan graag samen uit.

pabraukti
Jis pabrėžė savo teiginį.
onderstrepen
Hij onderstreepte zijn uitspraak.

suprasti
Galiausiai supratau užduotį!
begrijpen
Ik begreep eindelijk de taak!

pakartoti
Mano papūga gali pakartoti mano vardą.
herhalen
Mijn papegaai kan mijn naam herhalen.

naudoti
Gaisre naudojame kaukes nuo dūmų.
gebruiken
We gebruiken gasmaskers in het vuur.

įrodyti
Jis nori įrodyti matematinę formulę.
bewijzen
Hij wil een wiskundige formule bewijzen.

balsuoti
Rinkėjai šiandien balsuoja dėl savo ateities.
stemmen
De kiezers stemmen vandaag over hun toekomst.

rūšiuoti
Man dar reikia rūšiuoti daug popieriaus.
sorteren
Ik heb nog veel papieren te sorteren.

pasiklysti
Miske lengva pasiklysti.
verdwalen
Het is gemakkelijk om in het bos te verdwalen.

imituoti
Vaikas imituoja lėktuvą.
imiteren
Het kind imiteert een vliegtuig.

pasakyti
Ji jai pasako paslaptį.
vertellen
Ze vertelt haar een geheim.
