Woordenlijst

Leer werkwoorden – Litouws

cms/verbs-webp/93697965.webp
važiuoti aplinkui
Automobiliai važiuoja ratu.
rondrijden
De auto’s rijden in een cirkel rond.
cms/verbs-webp/94153645.webp
verkti
Vaikas verkia vonioje.
huilen
Het kind huilt in het bad.
cms/verbs-webp/116932657.webp
gauti
Jis gauna gerą pensiją sename amžiuje.
ontvangen
Hij ontvangt een goed pensioen op oudere leeftijd.
cms/verbs-webp/80552159.webp
veikti
Motociklas sugedo; jis daugiau neveikia.
werken
De motorfiets is kapot; hij werkt niet meer.
cms/verbs-webp/49374196.webp
atleisti
Mano šefas mane atleido.
ontslaan
Mijn baas heeft me ontslagen.
cms/verbs-webp/66441956.webp
užrašyti
Jūs turite užrašyti slaptažodį!
opschrijven
Je moet het wachtwoord opschrijven!
cms/verbs-webp/104818122.webp
remontuoti
Jis norėjo remontuoti laidą.
repareren
Hij wilde de kabel repareren.
cms/verbs-webp/43532627.webp
gyventi
Jie gyvena bendrabutyje.
wonen
Ze wonen in een gedeeld appartement.
cms/verbs-webp/85871651.webp
reikėti išeiti
Man labai reikia atostogų; man reikia išeiti!
moeten gaan
Ik heb dringend vakantie nodig; ik moet gaan!
cms/verbs-webp/55372178.webp
pažengti
Šliužai pažengia tik lėtai.
vooruitgang boeken
Slakken boeken alleen langzame vooruitgang.
cms/verbs-webp/123546660.webp
tikrinti
Mechanikas tikrina automobilio funkcijas.
controleren
De monteur controleert de functies van de auto.
cms/verbs-webp/122479015.webp
apkirpti
Medžiaga yra apkarpoma.
op maat snijden
De stof wordt op maat gesneden.