Woordenlijst
Leer werkwoorden – Litouws

reikalauti
Mano anūkas iš manęs reikalauja daug.
vragen
Mijn kleinkind vraagt veel van mij.

gerti
Jis beveik kiekvieną vakarą apsigeria.
worden dronken
Hij wordt bijna elke avond dronken.

sudaryti
Mes kartu sudarome gerą komandą.
vormen
We vormen samen een goed team.

išvaryti
Vienas gulbė išvaro kitą.
wegjagen
De ene zwaan jaagt de andere weg.

spirti
Kovo menų mokymuose, turite mokėti gerai spirti.
schoppen
In vechtsporten moet je goed kunnen schoppen.

kęsti
Ji negali kęsti dainavimo.
verdragen
Ze kan het zingen niet verdragen.

sumokėti
Ji sumokėjo kredito kortele.
betalen
Ze betaalde met een creditcard.

kovoti
Gaisrininkai kovoja su gaisru iš oro.
bestrijden
De brandweer bestrijdt het vuur vanuit de lucht.

klausytis
Vaikai mėgsta klausytis jos pasakojimų.
luisteren naar
De kinderen luisteren graag naar haar verhalen.

pristatyti
Mūsų dukra per atostogas pristato laikraščius.
bezorgen
Onze dochter bezorgt kranten tijdens de vakantie.

nuvažiuoti
Ji nuvažiuoja savo automobiliu.
wegrijden
Ze rijdt weg in haar auto.
