Woordenlijst
Leer werkwoorden – Catalaans
esperar
Ella està esperant l’autobús.
wachten
Ze wacht op de bus.
tocar
Ell la toca tendrament.
aanraken
Hij raakte haar teder aan.
restringir
S’hauria de restringir el comerç?
beperken
Moet handel worden beperkt?
netejar
El treballador està netejant la finestra.
schoonmaken
De werker maakt het raam schoon.
apagar
Ella apaga l’electricitat.
uitzetten
Ze zet de elektriciteit uit.
cremar
La carn no ha de cremar-se a la graella.
branden
Het vlees mag niet branden op de grill.
trobar-se
De vegades es troben a l’escala.
ontmoeten
Soms ontmoeten ze elkaar in het trappenhuis.
crear
Qui va crear la Terra?
creëren
Wie heeft de aarde gecreëerd?
cedir
Moltes cases antigues han de cedir lloc a les noves.
wijken
Veel oude huizen moeten wijken voor de nieuwe.
sonar
Sents la campana sonant?
rinkelen
Hoor je de bel rinkelen?
utilitzar
Fins i tot els nens petits utilitzen tauletes.
gebruiken
Zelfs kleine kinderen gebruiken tablets.