Woordenlijst
Leer werkwoorden – Catalaans

participar
Ell està participant a la cursa.
deelnemen
Hij neemt deel aan de race.

permetre
No s’hauria de permetre la depressió.
toestaan
Men mag depressie niet toestaan.

utilitzar
Fins i tot els nens petits utilitzen tauletes.
gebruiken
Zelfs kleine kinderen gebruiken tablets.

resumir
Cal resumir els punts clau d’aquest text.
samenvatten
Je moet de belangrijkste punten uit deze tekst samenvatten.

lliurar
El repartidor de pizzes lliura la pizza.
bezorgen
De pizzabezorger bezorgt de pizza.

buscar
Allò que no saps, has de buscar-ho.
opzoeken
Wat je niet weet, moet je opzoeken.

tornar
El gos torna la joguina.
terugbrengen
De hond brengt het speelgoed terug.

causar
L’alcohol pot causar mal de cap.
veroorzaken
Alcohol kan hoofdpijn veroorzaken.

contractar
L’empresa vol contractar més gent.
aannemen
Het bedrijf wil meer mensen aannemen.

comprar
Ells volen comprar una casa.
kopen
Ze willen een huis kopen.

mirar
A les vacances, vaig mirar moltes atraccions.
bekijken
Op vakantie heb ik veel bezienswaardigheden bekeken.
