Woordenlijst

Leer werkwoorden – Catalaans

cms/verbs-webp/94193521.webp
girar
Pots girar a l’esquerra.
draaien
Je mag naar links draaien.
cms/verbs-webp/50772718.webp
cancel·lar
El contracte ha estat cancel·lat.
annuleren
Het contract is geannuleerd.
cms/verbs-webp/80325151.webp
completar
Ells han completat la tasca difícil.
voltooien
Ze hebben de moeilijke taak voltooid.
cms/verbs-webp/108014576.webp
retrobar-se
Finalment es retroben.
weerzien
Ze zien elkaar eindelijk weer.
cms/verbs-webp/99207030.webp
arribar
L’avió ha arribat a temps.
aankomen
Het vliegtuig is op tijd aangekomen.
cms/verbs-webp/86196611.webp
atropellar
Desgraciadament, molts animals encara són atropellats per cotxes.
overrijden
Helaas worden er nog veel dieren overreden door auto’s.
cms/verbs-webp/108991637.webp
evitar
Ella evita la seva companya de feina.
vermijden
Ze vermijdt haar collega.
cms/verbs-webp/109657074.webp
espantar
Un cigne n’espanta un altre.
wegjagen
De ene zwaan jaagt de andere weg.
cms/verbs-webp/114052356.webp
cremar
La carn no ha de cremar-se a la graella.
branden
Het vlees mag niet branden op de grill.
cms/verbs-webp/95543026.webp
participar
Ell està participant a la cursa.
deelnemen
Hij neemt deel aan de race.
cms/verbs-webp/114379513.webp
cobrir
Les llúdrigues cobreixen l’aigua.
bedekken
De waterlelies bedekken het water.
cms/verbs-webp/79317407.webp
comandar
Ell comanda el seu gos.
bevelen
Hij beveelt zijn hond.