Woordenlijst
Leer werkwoorden – Catalaans

perseguir
La mare persegueix al seu fill.
achterna rennen
De moeder rent achter haar zoon aan.

trucar
Ella només pot trucar durant la seva pausa del dinar.
bellen
Ze kan alleen bellen tijdens haar lunchpauze.

criticar
El cap critica l’empleat.
bekritiseren
De baas bekritiseert de werknemer.

treballar per
Ell va treballar dur per obtenir bones notes.
werken voor
Hij heeft hard gewerkt voor zijn goede cijfers.

rebutjar
El nen rebutja el seu menjar.
weigeren
Het kind weigert zijn eten.

sortir
Els nens finalment volen sortir.
uitgaan
De kinderen willen eindelijk naar buiten.

demostrar
Ell vol demostrar una fórmula matemàtica.
bewijzen
Hij wil een wiskundige formule bewijzen.

empènyer
El cotxe s’ha aturat i ha hagut de ser empès.
duwen
De auto stopte en moest geduwd worden.

rebre
Va rebre una pujada del seu cap.
ontvangen
Hij ontving een loonsverhoging van zijn baas.

jugar
El nen prefereix jugar sol.
spelen
Het kind speelt liever alleen.

transportar
El camió transporta les mercaderies.
vervoeren
De vrachtwagen vervoert de goederen.
