Woordenlijst

Leer werkwoorden – Noors

cms/verbs-webp/81025050.webp
kjempe
Idrettsutøverne kjemper mot hverandre.
vechten
De atleten vechten tegen elkaar.
cms/verbs-webp/10206394.webp
tåle
Hun kan knapt tåle smerten!
verdragen
Ze kan de pijn nauwelijks verdragen!
cms/verbs-webp/123203853.webp
forårsake
Alkohol kan forårsake hodepine.
veroorzaken
Alcohol kan hoofdpijn veroorzaken.
cms/verbs-webp/93221279.webp
brenne
Det brenner en ild i peisen.
branden
Er brandt een vuur in de open haard.
cms/verbs-webp/107852800.webp
se
Hun ser gjennom kikkerten.
kijken
Ze kijkt door een verrekijker.
cms/verbs-webp/66441956.webp
skrive ned
Du må skrive ned passordet!
opschrijven
Je moet het wachtwoord opschrijven!
cms/verbs-webp/75508285.webp
glede seg
Barn gleder seg alltid til snø.
verheugen
Kinderen verheugen zich altijd op sneeuw.
cms/verbs-webp/111892658.webp
levere
Han leverer pizzaer til hjem.
bezorgen
Hij bezorgt pizza’s aan huis.
cms/verbs-webp/80552159.webp
virke
Motorsykkelen er ødelagt; den virker ikke lenger.
werken
De motorfiets is kapot; hij werkt niet meer.
cms/verbs-webp/118567408.webp
tro
Hvem tror du er sterkest?
denken
Wie denk je dat sterker is?
cms/verbs-webp/8451970.webp
diskutere
Kollegaene diskuterer problemet.
bespreken
De collega’s bespreken het probleem.
cms/verbs-webp/99196480.webp
parkere
Bilene er parkert i undergrunnen.
parkeren
De auto’s staan in de ondergrondse garage geparkeerd.