Woordenlijst
Leer werkwoorden – Koreaans

달리기 시작하다
운동선수가 달리기를 시작하려고 한다.
dalligi sijaghada
undongseonsuga dalligileul sijaghalyeogo handa.
beginnen met rennen
De atleet staat op het punt om te beginnen met rennen.

함께 살다
그 둘은 곧 함께 살 계획이다.
hamkke salda
geu dul-eun god hamkke sal gyehoeg-ida.
samenwonen
De twee zijn van plan om binnenkort samen te gaan wonen.

철자하다
아이들은 철자하는 것을 배우고 있다.
cheoljahada
aideul-eun cheoljahaneun geos-eul baeugo issda.
spellen
De kinderen leren spellen.

차다
그들은 차길 좋아하지만, 탁구에서만 그렇다.
chada
geudeul-eun chagil joh-ahajiman, taggueseoman geuleohda.
schoppen
Ze schoppen graag, maar alleen bij tafelvoetbal.

준비하다
그녀는 그에게 큰 기쁨을 준비했다.
junbihada
geunyeoneun geuege keun gippeum-eul junbihaessda.
bereiden
Ze bereidde hem groot plezier.

만들다
누가 지구를 만들었나요?
mandeulda
nuga jiguleul mandeul-eossnayo?
creëren
Wie heeft de aarde gecreëerd?

찾아오다
행운이 네게 찾아온다.
chaj-aoda
haeng-un-i nege chaj-aonda.
naar je toekomen
Het geluk komt naar je toe.

주의하다
도로 표지판에 주의해야 한다.
juuihada
dolo pyojipan-e juuihaeya handa.
opletten
Men moet opletten voor de verkeersborden.

반복하다
나의 앵무새는 내 이름을 반복할 수 있다.
banboghada
naui aengmusaeneun nae ileum-eul banboghal su issda.
herhalen
Mijn papegaai kan mijn naam herhalen.

생각하다
카드 게임에서는 함께 생각해야 합니다.
saeng-gaghada
kadeu geim-eseoneun hamkke saeng-gaghaeya habnida.
meedenken
Je moet meedenken bij kaartspellen.

이끌다
가장 경험 많은 등산객이 항상 이끈다.
ikkeulda
gajang gyeongheom manh-eun deungsangaeg-i hangsang ikkeunda.
leiden
De meest ervaren wandelaar leidt altijd.
