Woordenlijst
Leer werkwoorden – Duits
vorschlagen
Die Frau schlägt ihrer Freundin etwas vor.
voorstellen
De vrouw stelt iets voor aan haar vriendin.
fahnden
Die Polizei fahndet nach dem Täter.
zoeken naar
De politie zoekt naar de dader.
antworten
Sie antwortet immer als Erste.
antwoorden
Zij antwoordt altijd eerst.
durchgehen
Kann die Katze durch dieses Loch durchgehen?
doorgaan
Kan de kat door dit gat gaan?
erwarten
Meine Schwester erwartet ein Kind.
verwachten
Mijn zus verwacht een kind.
hinnehmen
Das kann ich nicht ändern, das muss ich so hinnehmen.
accepteren
Ik kan dat niet veranderen, ik moet het accepteren.
vorübergehen
Die Zeit des Mittelalters ist vorübergegangen.
voorbijgaan
De middeleeuwse periode is voorbijgegaan.
hoffen
Viele hoffen auf eine bessere Zukunft in Europa.
hopen
Velen hopen op een betere toekomst in Europa.
testen
Das Auto wird in der Werkstatt getestet.
testen
De auto wordt in de werkplaats getest.
sich bedanken
Er hat sich bei ihr mit Blumen bedankt.
bedanken
Hij bedankte haar met bloemen.
sich unterhalten
Sie unterhalten sich per Chat.
kletsen
Ze kletsen met elkaar.