Woordenlijst

Leer werkwoorden – Duits

cms/verbs-webp/95190323.webp
stimmen
Man stimmt für oder gegen einen Kandidaten.
stemmen
Men stemt voor of tegen een kandidaat.
cms/verbs-webp/124320643.webp
schwerfallen
Der Abschied fällt beiden schwer.
moeilijk vinden
Beiden vinden het moeilijk om afscheid te nemen.
cms/verbs-webp/124274060.webp
übriglassen
Sie hat mir noch ein Stück Pizza übriggelassen.
achterlaten
Ze liet een stuk pizza voor me achter.
cms/verbs-webp/75487437.webp
vorangehen
Der erfahrenste Wanderer geht immer voran.
leiden
De meest ervaren wandelaar leidt altijd.
cms/verbs-webp/111615154.webp
zurückfahren
Die Mutter fährt die Tochter nach Hause zurück.
terugrijden
De moeder rijdt met de dochter terug naar huis.
cms/verbs-webp/104820474.webp
klingen
Ihre Stimme klingt phantastisch!
klinken
Haar stem klinkt fantastisch.
cms/verbs-webp/124740761.webp
stoppen
Die Frau stoppt ein Auto.
stoppen
De vrouw stopt een auto.
cms/verbs-webp/36190839.webp
bekämpfen
Die Feuerwehr bekämpft den Brand aus der Luft.
bestrijden
De brandweer bestrijdt het vuur vanuit de lucht.
cms/verbs-webp/119379907.webp
erraten
Du musst erraten, wer ich bin!
raden
Je moet raden wie ik ben!
cms/verbs-webp/120086715.webp
vervollständigen
Könnt ihr das Puzzle vervollständigen?
voltooien
Kun je de puzzel voltooien?
cms/verbs-webp/61575526.webp
weichen
Für die neuen Häuser müssen viele alte weichen.
wijken
Veel oude huizen moeten wijken voor de nieuwe.
cms/verbs-webp/85860114.webp
weitergehen
An dieser Stelle geht es nicht mehr weiter.
verder gaan
Je kunt op dit punt niet verder gaan.