Woordenlijst

Leer werkwoorden – Duits

cms/verbs-webp/104849232.webp
gebären
Sie wird bald gebären.
bevallen
Ze zal binnenkort bevallen.
cms/verbs-webp/114593953.webp
sich begegnen
Sie sind sich zuerst im Internet begegnet.
ontmoeten
Ze ontmoetten elkaar voor het eerst op het internet.
cms/verbs-webp/45022787.webp
totschlagen
Ich werde die Fliege totschlagen!
doden
Ik zal de vlieg doden!
cms/verbs-webp/111892658.webp
liefern
Er liefert die Pizzas nach Hause.
bezorgen
Hij bezorgt pizza’s aan huis.
cms/verbs-webp/23468401.webp
sich verloben
Sie haben sich heimlich verlobt!
verloven
Ze hebben stiekem verloofd!
cms/verbs-webp/110347738.webp
erfreuen
Das Tor erfreut die deutschen Fußballfans.
verheugen
Het doelpunt verheugt de Duitse voetbalfans.
cms/verbs-webp/112407953.webp
lauschen
Sie lauscht und hört einen Ton.
luisteren
Ze luistert en hoort een geluid.
cms/verbs-webp/109434478.webp
eröffnen
Das Fest wurde mit einem Feuerwerk eröffnet.
openen
Het festival werd geopend met vuurwerk.
cms/verbs-webp/49585460.webp
geraten
Wie sind wir nur in diese Situation geraten?
terechtkomen
Hoe zijn we in deze situatie terechtgekomen?
cms/verbs-webp/95190323.webp
stimmen
Man stimmt für oder gegen einen Kandidaten.
stemmen
Men stemt voor of tegen een kandidaat.
cms/verbs-webp/105934977.webp
erzeugen
Wir erzeugen Strom mit Wind und Sonnenlicht.
genereren
We genereren elektriciteit met wind en zonlicht.
cms/verbs-webp/96710497.webp
übertreffen
Wale übertreffen alle Tiere an Gewicht.
overtreffen
Walvissen overtreffen alle dieren in gewicht.