Woordenlijst

Leer werkwoorden – Deens

cms/verbs-webp/99207030.webp
ankomme
Flyet ankom til tiden.
aankomen
Het vliegtuig is op tijd aangekomen.
cms/verbs-webp/120259827.webp
kritisere
Chefen kritiserer medarbejderen.
bekritiseren
De baas bekritiseert de werknemer.
cms/verbs-webp/101383370.webp
gå ud
Pigerne kan lide at gå ud sammen.
uitgaan
De meisjes gaan graag samen uit.
cms/verbs-webp/114231240.webp
lyve
Han lyver ofte, når han vil sælge noget.
liegen
Hij liegt vaak als hij iets wil verkopen.
cms/verbs-webp/111892658.webp
levere
Han leverer pizzaer til hjem.
bezorgen
Hij bezorgt pizza’s aan huis.
cms/verbs-webp/115520617.webp
køre over
En cyklist blev kørt over af en bil.
aanrijden
Een fietser werd aangereden door een auto.
cms/verbs-webp/27564235.webp
arbejde på
Han skal arbejde på alle disse filer.
werken aan
Hij moet aan al deze bestanden werken.
cms/verbs-webp/30793025.webp
prale
Han kan lide at prale med sine penge.
pronken
Hij pronkt graag met zijn geld.
cms/verbs-webp/86583061.webp
betale
Hun betalte med kreditkort.
betalen
Ze betaalde met een creditcard.
cms/verbs-webp/93150363.webp
vågne
Han er lige vågnet.
wakker worden
Hij is net wakker geworden.
cms/verbs-webp/119520659.webp
bringe op
Hvor mange gange skal jeg bringe dette argument op?
ter sprake brengen
Hoe vaak moet ik dit argument ter sprake brengen?
cms/verbs-webp/5161747.webp
fjerne
Gravemaskinen fjerner jorden.
verwijderen
De graafmachine verwijdert de grond.