Woordenlijst

Leer werkwoorden – Deens

cms/verbs-webp/46385710.webp
acceptere
Kreditkort accepteres her.
accepteren
Creditcards worden hier geaccepteerd.
cms/verbs-webp/120515454.webp
fodre
Børnene fodrer hesten.
voeden
De kinderen voeden het paard.
cms/verbs-webp/119235815.webp
elske
Hun elsker virkelig sin hest.
houden van
Ze houdt echt veel van haar paard.
cms/verbs-webp/49374196.webp
fyre
Min chef har fyret mig.
ontslaan
Mijn baas heeft me ontslagen.
cms/verbs-webp/86710576.webp
afgå
Vores feriegæster afgik i går.
vertrekken
Onze vakantiegasten vertrokken gisteren.
cms/verbs-webp/51573459.webp
fremhæve
Du kan fremhæve dine øjne godt med makeup.
benadrukken
Je kunt je ogen goed benadrukken met make-up.
cms/verbs-webp/99207030.webp
ankomme
Flyet ankom til tiden.
aankomen
Het vliegtuig is op tijd aangekomen.
cms/verbs-webp/91442777.webp
træde på
Jeg kan ikke træde på jorden med denne fod.
stappen op
Ik kan met deze voet niet op de grond stappen.
cms/verbs-webp/118003321.webp
besøge
Hun besøger Paris.
bezoeken
Ze bezoekt Parijs.
cms/verbs-webp/106682030.webp
genfinde
Jeg kunne ikke finde mit pas efter flytningen.
terugvinden
Na de verhuizing kon ik mijn paspoort niet meer terugvinden.
cms/verbs-webp/80325151.webp
fuldføre
De har fuldført den svære opgave.
voltooien
Ze hebben de moeilijke taak voltooid.
cms/verbs-webp/89636007.webp
underskrive
Han underskrev kontrakten.
ondertekenen
Hij ondertekende het contract.