Woordenlijst
Leer werkwoorden – Deens

misse
Manden missede sit tog.
missen
De man heeft zijn trein gemist.

ankomme
Mange mennesker ankommer med autocamper på ferie.
aankomen
Veel mensen komen op vakantie met een camper aan.

dække
Barnet dækker sine ører.
bedekken
Het kind bedekt zijn oren.

udelade
Du kan udelade sukkeret i teen.
weglaten
Je kunt de suiker in de thee weglaten.

forenkle
Man skal forenkle komplicerede ting for børn.
vereenvoudigen
Je moet ingewikkelde dingen voor kinderen vereenvoudigen.

lytte
Han lytter til hende.
luisteren
Hij luistert naar haar.

tjekke
Han tjekker, hvem der bor der.
controleren
Hij controleert wie daar woont.

afgå
Skibet afgår fra havnen.
vertrekken
Het schip vertrekt uit de haven.

annullere
Flyvningen er annulleret.
annuleren
De vlucht is geannuleerd.

logge ind
Du skal logge ind med dit kodeord.
inloggen
Je moet inloggen met je wachtwoord.

glæde
Målet glæder de tyske fodboldfans.
verheugen
Het doelpunt verheugt de Duitse voetbalfans.
