Woordenlijst
Leer werkwoorden – Deens
åbne
Kan du åbne denne dåse for mig?
openen
Kun je dit blikje voor me openen?
logge ind
Du skal logge ind med dit kodeord.
inloggen
Je moet inloggen met je wachtwoord.
glæde
Målet glæder de tyske fodboldfans.
verheugen
Het doelpunt verheugt de Duitse voetbalfans.
køre med
Må jeg køre med dig?
meerijden
Mag ik met je meerijden?
forklare
Bedstefar forklarer verden for sin barnebarn.
uitleggen
Opa legt de wereld uit aan zijn kleinzoon.
tænke med
Man skal tænke med i kortspil.
meedenken
Je moet meedenken bij kaartspellen.
annullere
Flyvningen er annulleret.
annuleren
De vlucht is geannuleerd.
møde
De mødte først hinanden på internettet.
ontmoeten
Ze ontmoetten elkaar voor het eerst op het internet.
forklare
Hun forklarer ham, hvordan apparatet fungerer.
uitleggen
Ze legt hem uit hoe het apparaat werkt.
møde
Vennerne mødtes til en fælles middag.
ontmoeten
De vrienden ontmoetten elkaar voor een gezamenlijk diner.
brænde
Du bør ikke brænde penge af.
verbranden
Je moet geen geld verbranden.