Woordenlijst
Leer werkwoorden – Engels (UK)
arrive
Many people arrive by camper van on vacation.
aankomen
Veel mensen komen op vakantie met een camper aan.
divide
They divide the housework among themselves.
verdelen
Ze verdelen het huishoudelijk werk onder elkaar.
understand
I can’t understand you!
begrijpen
Ik kan je niet begrijpen!
publish
The publisher puts out these magazines.
uitgeven
De uitgever geeft deze tijdschriften uit.
produce
We produce our own honey.
produceren
We produceren onze eigen honing.
forget
She doesn’t want to forget the past.
vergeten
Ze wil het verleden niet vergeten.
accompany
The dog accompanies them.
begeleiden
De hond begeleidt hen.
call back
Please call me back tomorrow.
terugbellen
Bel me morgen alstublieft terug.
ask
He asks her for forgiveness.
vragen
Hij vraagt haar om vergeving.
call
The boy calls as loud as he can.
roepen
De jongen roept zo luid als hij kan.
work
She works better than a man.
werken
Ze werkt beter dan een man.