Woordenlijst
Leer werkwoorden – Engels (UK)

create
Who created the Earth?
creëren
Wie heeft de aarde gecreëerd?

stand up for
The two friends always want to stand up for each other.
opkomen voor
De twee vrienden willen altijd voor elkaar opkomen.

write down
You have to write down the password!
opschrijven
Je moet het wachtwoord opschrijven!

connect
This bridge connects two neighborhoods.
verbinden
Deze brug verbindt twee wijken.

see again
They finally see each other again.
weerzien
Ze zien elkaar eindelijk weer.

need to go
I urgently need a vacation; I have to go!
moeten gaan
Ik heb dringend vakantie nodig; ik moet gaan!

read
I can’t read without glasses.
lezen
Ik kan niet zonder bril lezen.

pass
The students passed the exam.
slagen
De studenten zijn geslaagd voor het examen.

drink
She drinks tea.
drinken
Ze drinkt thee.

introduce
He is introducing his new girlfriend to his parents.
voorstellen
Hij stelt zijn nieuwe vriendin voor aan zijn ouders.

beat
He beat his opponent in tennis.
verslaan
Hij versloeg zijn tegenstander in tennis.
