Woordenlijst
Leer werkwoorden – Litouws

susitikti
Draugai susitiko prie bendro vakarienės stalo.
ontmoeten
De vrienden ontmoetten elkaar voor een gezamenlijk diner.

spėti
Tau reikia atspėti, kas aš esu!
raden
Je moet raden wie ik ben!

pasakyti
Ji man pasakė paslaptį.
vertellen
Ze vertelde me een geheim.

pasitikėti
Mes visi pasitikime vieni kitais.
vertrouwen
We vertrouwen elkaar allemaal.

garantuoti
Draudimas garantuoja apsaugą atveju nelaimingų atsitikimų.
garanderen
Verzekering garandeert bescherming bij ongevallen.

dirbti
Ji dirba geriau nei vyras.
werken
Ze werkt beter dan een man.

išmesti
Jis užsteigia ant išmestojo bananų lukšto.
weggooien
Hij stapt op een weggegooide bananenschil.

testuoti
Automobilis testuojamas dirbtuvėje.
testen
De auto wordt in de werkplaats getest.

miegoti
Kūdikis miega.
slapen
De baby slaapt.

išsiųsti
Ji nori išsiųsti laišką dabar.
versturen
Ze wil de brief nu versturen.

dalyvauti
Jis dalyvauja lenktynėse.
deelnemen
Hij neemt deel aan de race.
