Woordenlijst
Leer werkwoorden – Lets

atteikties
Bērns atteicas no pārtikas.
weigeren
Het kind weigert zijn eten.

atstāt
Īpašnieki atstāj man savus suņus izstaigāšanai.
overlaten
De eigenaren laten hun honden aan mij over voor een wandeling.

saņemt
Vecumā viņš saņem labu pensiju.
ontvangen
Hij ontvangt een goed pensioen op oudere leeftijd.

iznīcināt
Tornado iznīcina daudzas mājas.
vernielen
De tornado vernielt veel huizen.

atnest
Suns atnes rotaļlietu.
terugbrengen
De hond brengt het speelgoed terug.

saistīties
Viņi slepeni saistījušies!
verloven
Ze hebben stiekem verloofd!

nākt pirmais
Veselība vienmēr nāk pirmajā vietā!
voorgaan
Gezondheid gaat altijd voor!

izvairīties
Viņa izvairās no sava kolēģa.
vermijden
Ze vermijdt haar collega.

baudīt
Viņa bauda dzīvi.
genieten
Ze geniet van het leven.

atstāt
Viņš atstāja savu darbu.
stoppen
Hij stopte met zijn baan.

dziedāt
Bērni dzied dziesmu.
zingen
De kinderen zingen een lied.
