Woordenlijst

Leer werkwoorden – Catalaans

cms/verbs-webp/122079435.webp
augmentar
L’empresa ha augmentat els seus ingressos.
verhogen
Het bedrijf heeft zijn omzet verhoogd.
cms/verbs-webp/125376841.webp
mirar
A les vacances, vaig mirar moltes atraccions.
bekijken
Op vakantie heb ik veel bezienswaardigheden bekeken.
cms/verbs-webp/35862456.webp
començar
Amb el matrimoni comença una nova vida.
beginnen
Een nieuw leven begint met een huwelijk.
cms/verbs-webp/113248427.webp
guanyar
Ell intenta guanyar al escacs.
winnen
Hij probeert te winnen met schaken.
cms/verbs-webp/92266224.webp
apagar
Ella apaga l’electricitat.
uitzetten
Ze zet de elektriciteit uit.
cms/verbs-webp/92207564.webp
muntar
Ells muntan tan ràpid com poden.
rijden
Ze rijden zo snel als ze kunnen.
cms/verbs-webp/73649332.webp
cridar
Si vols ser escoltat, has de cridar el teu missatge fortament.
schreeuwen
Als je gehoord wilt worden, moet je je boodschap luid schreeuwen.
cms/verbs-webp/118588204.webp
esperar
Ella està esperant l’autobús.
wachten
Ze wacht op de bus.
cms/verbs-webp/88615590.webp
descriure
Com es pot descriure els colors?
beschrijven
Hoe kun je kleuren beschrijven?
cms/verbs-webp/122632517.webp
anar malament
Tot està anant malament avui!
misgaan
Alles gaat vandaag mis!
cms/verbs-webp/129300323.webp
tocar
El pagès toca les seves plantes.
aanraken
De boer raakt zijn planten aan.
cms/verbs-webp/81885081.webp
cremar
Ell va cremar una cerilla.
aansteken
Hij stak een lucifer aan.