Woordenlijst
Leer werkwoorden – Catalaans

influenciar
No et deixis influenciar pels altres!
beïnvloeden
Laat je niet door anderen beïnvloeden!

cridar
Si vols ser escoltat, has de cridar el teu missatge fortament.
schreeuwen
Als je gehoord wilt worden, moet je je boodschap luid schreeuwen.

establir
Has d’establir el rellotge.
instellen
Je moet de klok instellen.

defensar
Els dos amics sempre volen defensar-se mútuament.
opkomen voor
De twee vrienden willen altijd voor elkaar opkomen.

prendre
Ella ha de prendre molta medicació.
nemen
Ze moet veel medicatie nemen.

tenir dret
Les persones grans tenen dret a una pensió.
recht hebben op
Ouderen hebben recht op een pensioen.

anar
On va anar l’estany que estava aquí?
gaan
Waar is het meer dat hier was heengegaan?

collir
Vam collir molt vi.
oogsten
We hebben veel wijn geoogst.

jugar
El nen prefereix jugar sol.
spelen
Het kind speelt liever alleen.

marcar
Ella va agafar el telèfon i va marcar el número.
draaien
Ze pakte de telefoon en draaide het nummer.

existir
Els dinosaures ja no existeixen avui en dia.
bestaan
Dinosaurussen bestaan tegenwoordig niet meer.
