Woordenlijst

Leer werkwoorden – Bosnisch

cms/verbs-webp/111750395.webp
vratiti se
Ne može se vratiti sam.
teruggaan
Hij kan niet alleen teruggaan.
cms/verbs-webp/122638846.webp
ostaviti bez riječi
Iznenadijenje je ostavilo bez riječi.
sprakeloos maken
De verrassing maakt haar sprakeloos.
cms/verbs-webp/130770778.webp
putovati
On voli putovati i vidio je mnoge zemlje.
reizen
Hij reist graag en heeft veel landen gezien.
cms/verbs-webp/44518719.webp
hodati
Ovuda se ne smije hodati.
bewandelen
Dit pad mag niet bewandeld worden.
cms/verbs-webp/59066378.webp
obratiti pažnju na
Treba obratiti pažnju na saobraćajne znakove.
opletten
Men moet opletten voor de verkeerstekens.
cms/verbs-webp/18316732.webp
proći
Auto prolazi kroz drvo.
doorrijden
De auto rijdt door een boom.
cms/verbs-webp/104476632.webp
prati suđe
Ne volim prati suđe.
afwassen
Ik hou niet van afwassen.
cms/verbs-webp/115172580.webp
dokazati
On želi dokazati matematičku formulu.
bewijzen
Hij wil een wiskundige formule bewijzen.
cms/verbs-webp/110322800.webp
govoriti loše
Kolege iz razreda loše govore o njoj.
kwaadspreken
De klasgenoten spreken kwaad over haar.
cms/verbs-webp/104820474.webp
zvučati
Njen glas zvuči fantastično.
klinken
Haar stem klinkt fantastisch.
cms/verbs-webp/101938684.webp
izvršiti
On izvršava popravku.
uitvoeren
Hij voert de reparatie uit.
cms/verbs-webp/116835795.webp
stići
Mnogo ljudi stiže kamperom na odmor.
aankomen
Veel mensen komen op vakantie met een camper aan.