Woordenlijst

Leer werkwoorden – Bosnisch

cms/verbs-webp/66787660.webp
bojiti
Želim bojiti svoj stan.
schilderen
Ik wil mijn appartement schilderen.
cms/verbs-webp/859238.webp
obavljati
Ona obavlja neuobičajeno zanimanje.
uitoefenen
Ze oefent een ongewoon beroep uit.
cms/verbs-webp/102168061.webp
protestirati
Ljudi protestiraju protiv nepravde.
protesteren
Mensen protesteren tegen onrecht.
cms/verbs-webp/46602585.webp
prevoziti
Bicikle prevozimo na krovu automobila.
vervoeren
We vervoeren de fietsen op het dak van de auto.
cms/verbs-webp/19584241.webp
imati na raspolaganju
Djeca imaju samo džeparac na raspolaganju.
ter beschikking hebben
Kinderen hebben alleen zakgeld ter beschikking.
cms/verbs-webp/79322446.webp
predstaviti
On predstavlja svoju novu djevojku svojim roditeljima.
voorstellen
Hij stelt zijn nieuwe vriendin voor aan zijn ouders.
cms/verbs-webp/63868016.webp
vratiti
Pas vraća igračku.
terugbrengen
De hond brengt het speelgoed terug.
cms/verbs-webp/91367368.webp
šetati
Obitelj šeta nedjeljom.
wandelen
De familie gaat op zondag wandelen.
cms/verbs-webp/106279322.webp
putovati
Volimo putovati kroz Europu.
reizen
We reizen graag door Europa.
cms/verbs-webp/57574620.webp
dostaviti
Naša kćerka dostavlja novine za vrijeme praznika.
bezorgen
Onze dochter bezorgt kranten tijdens de vakantie.
cms/verbs-webp/122290319.webp
odvojiti
Želim svaki mjesec odvojiti nešto novca za kasnije.
opzij zetten
Ik wil elke maand wat geld opzij zetten voor later.
cms/verbs-webp/46385710.webp
prihvatiti
Ovdje se prihvaćaju kreditne kartice.
accepteren
Creditcards worden hier geaccepteerd.