Woordenlijst
Leer werkwoorden – Bosnisch

prevoziti
Bicikle prevozimo na krovu automobila.
vervoeren
We vervoeren de fietsen op het dak van de auto.

dolaziti prvo
Zdravlje uvijek dolazi prvo!
voorgaan
Gezondheid gaat altijd voor!

poslati
Ona želi sada poslati pismo.
versturen
Ze wil de brief nu versturen.

dolaziti lako
Surfanje mu dolazi lako.
gemakkelijk gaan
Surfen gaat hem gemakkelijk af.

šetati
Obitelj šeta nedjeljom.
wandelen
De familie gaat op zondag wandelen.

dogoditi se
Je li mu se nešto dogodilo u radnoj nesreći?
overkomen
Is hem iets overkomen tijdens het werkongeluk?

hvaliti se
Voli se hvaliti svojim novcem.
pronken
Hij pronkt graag met zijn geld.

trenirati
Profesionalni sportaši moraju trenirati svakodnevno.
trainen
Professionele atleten moeten elke dag trainen.

šuštati
Lišće šušti pod mojim nogama.
ritselen
De bladeren ritselen onder mijn voeten.

pobjeći
Naša mačka je pobjegla.
weglopen
Onze kat is weggelopen.

raditi na
Mora raditi na svim tim datotekama.
werken aan
Hij moet aan al deze bestanden werken.
