Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (US)

cms/verbs-webp/130938054.webp
cover
The child covers itself.
bedekken
Het kind bedekt zichzelf.
cms/verbs-webp/859238.webp
exercise
She exercises an unusual profession.
uitoefenen
Ze oefent een ongewoon beroep uit.
cms/verbs-webp/27076371.webp
belong
My wife belongs to me.
toebehoren
Mijn vrouw behoort mij toe.
cms/verbs-webp/106203954.webp
use
We use gas masks in the fire.
gebruiken
We gebruiken gasmaskers in het vuur.
cms/verbs-webp/81885081.webp
burn
He burned a match.
aansteken
Hij stak een lucifer aan.
cms/verbs-webp/35071619.webp
pass by
The two pass by each other.
voorbijgaan
De twee lopen elkaar voorbij.
cms/verbs-webp/9435922.webp
come closer
The snails are coming closer to each other.
dichterbij komen
De slakken komen dichter bij elkaar.
cms/verbs-webp/68761504.webp
check
The dentist checks the patient’s dentition.
controleren
De tandarts controleert het gebit van de patiënt.
cms/verbs-webp/44518719.webp
walk
This path must not be walked.
bewandelen
Dit pad mag niet bewandeld worden.
cms/verbs-webp/124545057.webp
listen to
The children like to listen to her stories.
luisteren naar
De kinderen luisteren graag naar haar verhalen.
cms/verbs-webp/81973029.webp
initiate
They will initiate their divorce.
initiëren
Ze zullen hun scheiding initiëren.
cms/verbs-webp/82604141.webp
throw away
He steps on a thrown-away banana peel.
weggooien
Hij stapt op een weggegooide bananenschil.