Woordenlijst
Leer werkwoorden – Engels (US)

start running
The athlete is about to start running.
beginnen met rennen
De atleet staat op het punt om te beginnen met rennen.

get along
End your fight and finally get along!
overweg kunnen
Stop met ruziën en kunnen jullie eindelijk met elkaar overweg!

give
What did her boyfriend give her for her birthday?
geven
Wat heeft haar vriend haar voor haar verjaardag gegeven?

drive home
After shopping, the two drive home.
naar huis rijden
Na het winkelen rijden de twee naar huis.

persuade
She often has to persuade her daughter to eat.
overtuigen
Ze moet haar dochter vaak overtuigen om te eten.

feel
She feels the baby in her belly.
voelen
Ze voelt de baby in haar buik.

paint
I want to paint my apartment.
schilderen
Ik wil mijn appartement schilderen.

update
Nowadays, you have to constantly update your knowledge.
updaten
Tegenwoordig moet je je kennis voortdurend updaten.

prefer
Our daughter doesn’t read books; she prefers her phone.
verkiezen
Onze dochter leest geen boeken; ze verkiest haar telefoon.

end up
How did we end up in this situation?
terechtkomen
Hoe zijn we in deze situatie terechtgekomen?

hear
I can’t hear you!
horen
Ik kan je niet horen!
