Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (US)

cms/verbs-webp/55119061.webp
start running
The athlete is about to start running.
beginnen met rennen
De atleet staat op het punt om te beginnen met rennen.
cms/verbs-webp/85191995.webp
get along
End your fight and finally get along!
overweg kunnen
Stop met ruziën en kunnen jullie eindelijk met elkaar overweg!
cms/verbs-webp/122789548.webp
give
What did her boyfriend give her for her birthday?
geven
Wat heeft haar vriend haar voor haar verjaardag gegeven?
cms/verbs-webp/41019722.webp
drive home
After shopping, the two drive home.
naar huis rijden
Na het winkelen rijden de twee naar huis.
cms/verbs-webp/132125626.webp
persuade
She often has to persuade her daughter to eat.
overtuigen
Ze moet haar dochter vaak overtuigen om te eten.
cms/verbs-webp/102677982.webp
feel
She feels the baby in her belly.
voelen
Ze voelt de baby in haar buik.
cms/verbs-webp/66787660.webp
paint
I want to paint my apartment.
schilderen
Ik wil mijn appartement schilderen.
cms/verbs-webp/120655636.webp
update
Nowadays, you have to constantly update your knowledge.
updaten
Tegenwoordig moet je je kennis voortdurend updaten.
cms/verbs-webp/127554899.webp
prefer
Our daughter doesn’t read books; she prefers her phone.
verkiezen
Onze dochter leest geen boeken; ze verkiest haar telefoon.
cms/verbs-webp/49585460.webp
end up
How did we end up in this situation?
terechtkomen
Hoe zijn we in deze situatie terechtgekomen?
cms/verbs-webp/119847349.webp
hear
I can’t hear you!
horen
Ik kan je niet horen!
cms/verbs-webp/87205111.webp
take over
The locusts have taken over.
overnemen
De sprinkhanen hebben de overhand genomen.