Woordenlijst
Leer werkwoorden – Engels (US)
beat
Parents shouldn’t beat their children.
slaan
Ouders zouden hun kinderen niet moeten slaan.
have breakfast
We prefer to have breakfast in bed.
ontbijten
We ontbijten het liefst op bed.
hate
The two boys hate each other.
haten
De twee jongens haten elkaar.
know
The kids are very curious and already know a lot.
weten
De kinderen zijn erg nieuwsgierig en weten al veel.
kiss
He kisses the baby.
kussen
Hij kust de baby.
save
You can save money on heating.
besparen
Je kunt geld besparen op verwarming.
initiate
They will initiate their divorce.
initiëren
Ze zullen hun scheiding initiëren.
mean
What does this coat of arms on the floor mean?
betekenen
Wat betekent dit wapenschild op de vloer?
train
The dog is trained by her.
trainen
De hond wordt door haar getraind.
must
He must get off here.
moeten
Hij moet hier uitstappen.
send
I sent you a message.
sturen
Ik heb je een bericht gestuurd.