Woordenlijst

Leer werkwoorden – Catalaans

cms/verbs-webp/93947253.webp
morir
Moltes persones moren a les pel·lícules.
sterven
Veel mensen sterven in films.
cms/verbs-webp/119269664.webp
aprovar
Els estudiants han aprovat l’examen.
slagen
De studenten zijn geslaagd voor het examen.
cms/verbs-webp/91442777.webp
trepitjar
No puc trepitjar a terra amb aquest peu.
stappen op
Ik kan met deze voet niet op de grond stappen.
cms/verbs-webp/118868318.webp
agradar
A ella li agrada més la xocolata que les verdures.
houden van
Ze houdt meer van chocolade dan van groenten.
cms/verbs-webp/88597759.webp
prémer
Ell prémeix el botó.
drukken
Hij drukt op de knop.
cms/verbs-webp/122789548.webp
donar
Què li va donar el seu nòvio pel seu aniversari?
geven
Wat heeft haar vriend haar voor haar verjaardag gegeven?
cms/verbs-webp/84314162.webp
estendre
Ell estén els seus braços àmpliament.
uitspreiden
Hij spreidt zijn armen wijd uit.
cms/verbs-webp/104476632.webp
rentar
No m’agrada rentar els plats.
afwassen
Ik hou niet van afwassen.
cms/verbs-webp/79046155.webp
repetir
Pots repetir-ho, si us plau?
herhalen
Kun je dat alstublieft herhalen?
cms/verbs-webp/74009623.webp
provar
El cotxe està sent provat a l’taller.
testen
De auto wordt in de werkplaats getest.
cms/verbs-webp/68761504.webp
comprovar
El dentista comprova la dentició del pacient.
controleren
De tandarts controleert het gebit van de patiënt.
cms/verbs-webp/120978676.webp
cremar-se
El foc cremarà molta part del bosc.
afbranden
Het vuur zal een groot deel van het bos afbranden.