Woordenlijst

Leer werkwoorden – Deens

cms/verbs-webp/8482344.webp
kysse
Han kysser babyen.
kussen
Hij kust de baby.
cms/verbs-webp/21529020.webp
løbe hen imod
Pigen løber hen imod sin mor.
toelopen
Het meisje loopt naar haar moeder toe.
cms/verbs-webp/102168061.webp
protestere
Folk protesterer mod uretfærdighed.
protesteren
Mensen protesteren tegen onrecht.
cms/verbs-webp/122479015.webp
skære
Stoffet skæres til i størrelse.
op maat snijden
De stof wordt op maat gesneden.
cms/verbs-webp/110233879.webp
skabe
Han har skabt en model for huset.
creëren
Hij heeft een model voor het huis gecreëerd.
cms/verbs-webp/101158501.webp
takke
Han takkede hende med blomster.
bedanken
Hij bedankte haar met bloemen.
cms/verbs-webp/73488967.webp
undersøge
Blodprøver undersøges i dette laboratorium.
onderzoeken
Bloedmonsters worden in dit lab onderzocht.
cms/verbs-webp/98294156.webp
handle
Folk handler med brugte møbler.
handelen
Mensen handelen in gebruikte meubels.
cms/verbs-webp/103797145.webp
ansætte
Firmaet ønsker at ansætte flere folk.
aannemen
Het bedrijf wil meer mensen aannemen.
cms/verbs-webp/109157162.webp
falde let
Surfing falder ham let.
gemakkelijk gaan
Surfen gaat hem gemakkelijk af.
cms/verbs-webp/85860114.webp
gå videre
Du kan ikke gå videre herfra.
verder gaan
Je kunt op dit punt niet verder gaan.
cms/verbs-webp/80060417.webp
køre væk
Hun kører væk i hendes bil.
wegrijden
Ze rijdt weg in haar auto.