Woordenlijst

Leer werkwoorden – Deens

cms/verbs-webp/129235808.webp
lytte
Han kan lide at lytte til sin gravide kones mave.
luisteren
Hij luistert graag naar de buik van zijn zwangere vrouw.
cms/verbs-webp/122470941.webp
sende
Jeg sendte dig en besked.
sturen
Ik heb je een bericht gestuurd.
cms/verbs-webp/114091499.webp
træne
Hunden bliver trænet af hende.
trainen
De hond wordt door haar getraind.
cms/verbs-webp/23257104.webp
skubbe
De skubber manden i vandet.
duwen
Ze duwen de man het water in.
cms/verbs-webp/46602585.webp
transportere
Vi transporterer cyklerne på bilens tag.
vervoeren
We vervoeren de fietsen op het dak van de auto.
cms/verbs-webp/28581084.webp
hænge ned
Istapper hænger ned fra taget.
hangen
IJsspegels hangen van het dak.
cms/verbs-webp/96531863.webp
gå igennem
Kan katten gå igennem dette hul?
doorgaan
Kan de kat door dit gat gaan?
cms/verbs-webp/15441410.webp
ytre sig
Hun vil ytre sig over for sin veninde.
uitspreken
Ze wil zich uitspreken tegen haar vriend.
cms/verbs-webp/89635850.webp
ringe
Hun tog telefonen og ringede nummeret.
draaien
Ze pakte de telefoon en draaide het nummer.
cms/verbs-webp/78932829.webp
støtte
Vi støtter vores barns kreativitet.
ondersteunen
We ondersteunen de creativiteit van ons kind.
cms/verbs-webp/129300323.webp
røre
Landmanden rører ved sine planter.
aanraken
De boer raakt zijn planten aan.
cms/verbs-webp/118596482.webp
søge
Jeg søger efter svampe om efteråret.
zoeken
Ik zoek paddenstoelen in de herfst.