Woordenlijst

Leer werkwoorden – Deens

cms/verbs-webp/115291399.webp
ville have
Han vil have for meget!
willen
Hij wil te veel!
cms/verbs-webp/123203853.webp
forårsage
Alkohol kan forårsage hovedpine.
veroorzaken
Alcohol kan hoofdpijn veroorzaken.
cms/verbs-webp/123834435.webp
tage tilbage
Apparatet er defekt; forhandleren skal tage det tilbage.
terugnemen
Het apparaat is defect; de winkelier moet het terugnemen.
cms/verbs-webp/106682030.webp
genfinde
Jeg kunne ikke finde mit pas efter flytningen.
terugvinden
Na de verhuizing kon ik mijn paspoort niet meer terugvinden.
cms/verbs-webp/119269664.webp
bestå
Studenterne bestod eksamen.
slagen
De studenten zijn geslaagd voor het examen.
cms/verbs-webp/102136622.webp
trække
Han trækker slæden.
trekken
Hij trekt de slee.
cms/verbs-webp/120259827.webp
kritisere
Chefen kritiserer medarbejderen.
bekritiseren
De baas bekritiseert de werknemer.
cms/verbs-webp/119335162.webp
bevæge
Det er sundt at bevæge sig meget.
bewegen
Het is gezond om veel te bewegen.
cms/verbs-webp/85010406.webp
springe over
Atleten skal springe over forhindringen.
overspringen
De atleet moet over het obstakel springen.
cms/verbs-webp/89635850.webp
ringe
Hun tog telefonen og ringede nummeret.
draaien
Ze pakte de telefoon en draaide het nummer.
cms/verbs-webp/123237946.webp
ske
En ulykke er sket her.
gebeuren
Hier is een ongeluk gebeurd.
cms/verbs-webp/57574620.webp
levere
Vores datter leverer aviser i ferien.
bezorgen
Onze dochter bezorgt kranten tijdens de vakantie.