Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (UK)

cms/verbs-webp/127554899.webp
prefer
Our daughter doesn’t read books; she prefers her phone.
verkiezen
Onze dochter leest geen boeken; ze verkiest haar telefoon.
cms/verbs-webp/82378537.webp
dispose
These old rubber tires must be separately disposed of.
weggooien
Deze oude rubberen banden moeten apart worden weggegooid.
cms/verbs-webp/116610655.webp
build
When was the Great Wall of China built?
bouwen
Wanneer werd de Chinese Muur gebouwd?
cms/verbs-webp/94482705.webp
translate
He can translate between six languages.
vertalen
Hij kan tussen zes talen vertalen.
cms/verbs-webp/72855015.webp
receive
She received a very nice gift.
ontvangen
Ze ontving een heel mooi cadeau.
cms/verbs-webp/80427816.webp
correct
The teacher corrects the students’ essays.
corrigeren
De leraar corrigeert de essays van de studenten.
cms/verbs-webp/122010524.webp
undertake
I have undertaken many journeys.
ondernemen
Ik heb veel reizen ondernomen.
cms/verbs-webp/75195383.webp
be
You shouldn’t be sad!
zijn
Je moet niet verdrietig zijn!
cms/verbs-webp/74693823.webp
need
You need a jack to change a tire.
nodig hebben
Je hebt een krik nodig om een band te verwisselen.
cms/verbs-webp/110646130.webp
cover
She has covered the bread with cheese.
bedekken
Ze heeft het brood met kaas bedekt.
cms/verbs-webp/120282615.webp
invest
What should we invest our money in?
investeren
Waar moeten we ons geld in investeren?
cms/verbs-webp/123492574.webp
train
Professional athletes have to train every day.
trainen
Professionele atleten moeten elke dag trainen.