Woordenlijst

Leer werkwoorden – Hindi

cms/verbs-webp/61162540.webp
ट्रिगर करना
धुआं ने अलार्म को ट्रिगर किया।
trigar karana
dhuaan ne alaarm ko trigar kiya.
activeren
De rook activeerde het alarm.
cms/verbs-webp/68841225.webp
समझना
मैं आपको समझ नहीं सकता!
samajhana
main aapako samajh nahin sakata!
begrijpen
Ik kan je niet begrijpen!
cms/verbs-webp/118064351.webp
बचना
उसे अखरोटों से बचना चाहिए।
bachana
use akharoton se bachana chaahie.
vermijden
Hij moet noten vermijden.
cms/verbs-webp/93792533.webp
मतलब होना
फर्श पर इस चिन्ह का क्या मतलब है?
matalab hona
pharsh par is chinh ka kya matalab hai?
betekenen
Wat betekent dit wapenschild op de vloer?
cms/verbs-webp/94909729.webp
प्रतीक्षा करना
हमें अभी एक महीना और प्रतीक्षा करनी होगी।
prateeksha karana
hamen abhee ek maheena aur prateeksha karanee hogee.
wachten
We moeten nog een maand wachten.
cms/verbs-webp/8482344.webp
चुम्मा देना
उसने बच्चे को चुम्मा दिया।
chumma dena
usane bachche ko chumma diya.
kussen
Hij kust de baby.
cms/verbs-webp/91147324.webp
पुरस्कृत करना
उसे एक पदक से पुरस्कृत किया गया।
puraskrt karana
use ek padak se puraskrt kiya gaya.
belonen
Hij werd beloond met een medaille.
cms/verbs-webp/15353268.webp
दबाना
वह नींबू को दबाती है।
dabaana
vah neemboo ko dabaatee hai.
uitknijpen
Ze knijpt de citroen uit.
cms/verbs-webp/91442777.webp
पर पैर रखना
मैं इस पैर से ज़मीन पर पैर नहीं रख सकता।
par pair rakhana
main is pair se zameen par pair nahin rakh sakata.
stappen op
Ik kan met deze voet niet op de grond stappen.
cms/verbs-webp/15441410.webp
उद्घाटना
वह अपनी सहेली से उद्घाटना करना चाहती है।
udghaatana
vah apanee sahelee se udghaatana karana chaahatee hai.
uitspreken
Ze wil zich uitspreken tegen haar vriend.
cms/verbs-webp/61806771.webp
लाना
मैसेंजर एक पैकेज लेकर आया है।
laana
maisenjar ek paikej lekar aaya hai.
brengen
De koerier brengt een pakketje.
cms/verbs-webp/106591766.webp
पर्याप्त होना
मुझे लंच के लिए एक सलाद पर्याप्त है।
paryaapt hona
mujhe lanch ke lie ek salaad paryaapt hai.
genoeg zijn
Een salade is voor mij genoeg voor de lunch.