Woordenlijst
Leer werkwoorden – Hongaars

berendez
A lányom berendezné a lakását.
inrichten
Mijn dochter wil haar appartement inrichten.

eldönt
Nem tudja eldönteni, melyik cipőt viselje.
beslissen
Ze kan niet beslissen welke schoenen ze moet dragen.

dicsekszik
Szeret dicsekszik a pénzével.
pronken
Hij pronkt graag met zijn geld.

hibázik
Gondolkozz alaposan, hogy ne hibázz!
een fout maken
Denk goed na zodat je geen fout maakt!

hall
Nem hallak!
horen
Ik kan je niet horen!

táncol
Szerelmesen tangót táncolnak.
dansen
Ze dansen verliefd een tango.

használ
Tűzben gázálarcokat használunk.
gebruiken
We gebruiken gasmaskers in het vuur.

történik
Itt baleset történt.
gebeuren
Hier is een ongeluk gebeurd.

kiad
A kiadó sok könyvet kiadott.
publiceren
De uitgever heeft veel boeken gepubliceerd.

belép
A hajó belép a kikötőbe.
binnenkomen
Het schip komt de haven binnen.

kap
Nagyon szép ajándékot kapott.
ontvangen
Ze ontving een heel mooi cadeau.
