Woordenlijst

Leer werkwoorden – Portugees (PT)

cms/verbs-webp/21529020.webp
correr em direção
A menina corre em direção à sua mãe.
toelopen
Het meisje loopt naar haar moeder toe.
cms/verbs-webp/51465029.webp
atrasar
O relógio está atrasado alguns minutos.
achterlopen
De klok loopt een paar minuten achter.
cms/verbs-webp/82845015.webp
reportar-se
Todos a bordo se reportam ao capitão.
melden
Iedereen aan boord meldt zich bij de kapitein.
cms/verbs-webp/77581051.webp
oferecer
O que você está me oferecendo pelo meu peixe?
aanbieden
Wat bied je me aan voor mijn vis?
cms/verbs-webp/53284806.webp
pensar fora da caixa
Para ter sucesso, às vezes você tem que pensar fora da caixa.
out-of-the-box denken
Om succesvol te zijn, moet je soms out-of-the-box denken.
cms/verbs-webp/113393913.webp
parar
Os táxis pararam no ponto.
arriveren
De taxi’s zijn bij de halte gearriveerd.
cms/verbs-webp/96061755.webp
servir
O chef está nos servindo pessoalmente hoje.
bedienen
De chef bedient ons vandaag zelf.
cms/verbs-webp/18316732.webp
atravessar
O carro atravessa uma árvore.
doorrijden
De auto rijdt door een boom.
cms/verbs-webp/120282615.webp
investir
Em que devemos investir nosso dinheiro?
investeren
Waar moeten we ons geld in investeren?
cms/verbs-webp/118868318.webp
gostar
Ela gosta mais de chocolate do que de legumes.
houden van
Ze houdt meer van chocolade dan van groenten.
cms/verbs-webp/129244598.webp
limitar
Durante uma dieta, é preciso limitar a ingestão de alimentos.
beperken
Tijdens een dieet moet je je voedselinname beperken.
cms/verbs-webp/118232218.webp
proteger
Crianças devem ser protegidas.
beschermen
Kinderen moeten beschermd worden.