Woordenlijst

Leer werkwoorden – Portugees (PT)

cms/verbs-webp/49374196.webp
demitir
Meu chefe me demitiu.
ontslaan
Mijn baas heeft me ontslagen.
cms/verbs-webp/68779174.webp
representar
Advogados representam seus clientes no tribunal.
vertegenwoordigen
Advocaten vertegenwoordigen hun cliënten in de rechtbank.
cms/verbs-webp/106515783.webp
destruir
O tornado destrói muitas casas.
vernielen
De tornado vernielt veel huizen.
cms/verbs-webp/99769691.webp
passar por
O trem está passando por nós.
voorbijgaan
De trein gaat aan ons voorbij.
cms/verbs-webp/103163608.webp
contar
Ela conta as moedas.
tellen
Ze telt de munten.
cms/verbs-webp/90539620.webp
passar
Às vezes, o tempo passa devagar.
voorbijgaan
De tijd gaat soms langzaam voorbij.
cms/verbs-webp/33463741.webp
abrir
Você pode abrir esta lata para mim, por favor?
openen
Kun je dit blikje voor me openen?
cms/verbs-webp/23257104.webp
empurrar
Eles empurram o homem para a água.
duwen
Ze duwen de man het water in.
cms/verbs-webp/28642538.webp
deixar parado
Hoje muitos têm que deixar seus carros parados.
laten staan
Vandaag moeten velen hun auto’s laten staan.
cms/verbs-webp/101630613.webp
procurar
O ladrão procura a casa.
doorzoeken
De inbreker doorzoekt het huis.
cms/verbs-webp/119269664.webp
passar
Os estudantes passaram no exame.
slagen
De studenten zijn geslaagd voor het examen.
cms/verbs-webp/102397678.webp
publicar
Publicidade é frequentemente publicada em jornais.
publiceren
Reclame wordt vaak in kranten gepubliceerd.