Woordenlijst
Leer werkwoorden – Portugees (PT)
significar
O que este brasão no chão significa?
betekenen
Wat betekent dit wapenschild op de vloer?
atrasar
O relógio está atrasado alguns minutos.
achterlopen
De klok loopt een paar minuten achter.
beber
Ela bebe chá.
drinken
Ze drinkt thee.
acontecer
Algo ruim aconteceu.
gebeuren
Er is iets ergs gebeurd.
resumir
Você precisa resumir os pontos chave deste texto.
samenvatten
Je moet de belangrijkste punten uit deze tekst samenvatten.
partir
Nossos convidados de férias partiram ontem.
vertrekken
Onze vakantiegasten vertrokken gisteren.
deixar passar
Deveriam os refugiados serem deixados passar nas fronteiras?
doorlaten
Moeten vluchtelingen aan de grenzen worden doorgelaten?
escolher
Ela escolhe um novo par de óculos escuros.
uitzoeken
Ze zoekt een nieuwe zonnebril uit.
servir
Cães gostam de servir seus donos.
dienen
Honden dienen graag hun baasjes.
puxar
Ele puxa o trenó.
trekken
Hij trekt de slee.
perder
Ela perdeu um compromisso importante.
missen
Ze heeft een belangrijke afspraak gemist.