Woordenlijst
Leer werkwoorden – Sloveens

prihraniti
Pri ogrevanju lahko prihranite denar.
besparen
Je kunt geld besparen op verwarming.

zbežati
Naša mačka je zbežala.
weglopen
Onze kat is weggelopen.

razumeti
Končno sem razumel nalogo!
begrijpen
Ik begreep eindelijk de taak!

vrniti
Pes vrne igračo.
terugbrengen
De hond brengt het speelgoed terug.

zapustiti
Turisti opoldne zapustijo plažo.
verlaten
Toeristen verlaten het strand rond de middag.

počutiti se
Pogosto se počuti osamljenega.
voelen
Hij voelt zich vaak alleen.

predstaviti
Svoji družini predstavlja svojo novo punco.
voorstellen
Hij stelt zijn nieuwe vriendin voor aan zijn ouders.

predlagati
Ženska svoji prijateljici nekaj predlaga.
voorstellen
De vrouw stelt iets voor aan haar vriendin.

spremljati
Pes ju spremlja.
begeleiden
De hond begeleidt hen.

čutiti
Mama čuti veliko ljubezni do svojega otroka.
voelen
De moeder voelt veel liefde voor haar kind.

težko najti
Oba se težko poslovita.
moeilijk vinden
Beiden vinden het moeilijk om afscheid te nemen.
