Woordenlijst

Leer werkwoorden – Sloveens

cms/verbs-webp/57481685.webp
ponoviti letnik
Študent je ponovil letnik.
overdoen
De student heeft een jaar overgedaan.
cms/verbs-webp/99633900.webp
raziskovati
Ljudje želijo raziskovati Mars.
verkennen
Mensen willen Mars verkennen.
cms/verbs-webp/99602458.webp
omejiti
Ali bi morali omejiti trgovino?
beperken
Moet handel worden beperkt?
cms/verbs-webp/98294156.webp
trgovati
Ljudje trgujejo z rabljenim pohištvom.
handelen
Mensen handelen in gebruikte meubels.
cms/verbs-webp/89869215.webp
brcniti
Radi brcnejo, ampak samo v namiznem nogometu.
schoppen
Ze schoppen graag, maar alleen bij tafelvoetbal.
cms/verbs-webp/106203954.webp
uporabljati
V požaru uporabljamo plinske maske.
gebruiken
We gebruiken gasmaskers in het vuur.
cms/verbs-webp/111160283.webp
predstavljati si
Vsak dan si predstavlja nekaj novega.
voorstellen
Ze stelt zich elke dag iets nieuws voor.
cms/verbs-webp/119501073.webp
ležati nasproti
Tam je grad - leži ravno nasproti!
tegenover liggen
Daar is het kasteel - het ligt er recht tegenover!
cms/verbs-webp/110045269.webp
dokončati
Vsak dan dokonča svojo tekaško pot.
voltooien
Hij voltooit elke dag zijn jogroute.
cms/verbs-webp/64904091.webp
pobrati
Vse jabolka moramo pobrati.
oprapen
We moeten alle appels oprapen.
cms/verbs-webp/99769691.webp
mimoiti
Vlak nas mimoiti.
voorbijgaan
De trein gaat aan ons voorbij.
cms/verbs-webp/129403875.webp
zvoniti
Zvonec zvoni vsak dan.
rinkelen
De bel rinkelt elke dag.