Woordenlijst
Leer werkwoorden – Slovaaks

hľadať
Na jeseň hľadám huby.
zoeken
Ik zoek paddenstoelen in de herfst.

snežiť
Dnes snežilo veľa.
sneeuwen
Het heeft vandaag veel gesneeuwd.

zdanit
Firmy sú zdaňované rôznymi spôsobmi.
belasten
Bedrijven worden op verschillende manieren belast.

vpustiť
Mali by byť utečenci vpustení na hraniciach?
doorlaten
Moeten vluchtelingen aan de grenzen worden doorgelaten?

existovať
Dinosaury dnes už neexistujú.
bestaan
Dinosaurussen bestaan tegenwoordig niet meer.

triediť
Rád triedi svoje známky.
sorteren
Hij sorteert graag zijn postzegels.

sedieť
Mnoho ľudí sedí v miestnosti.
zitten
Er zitten veel mensen in de kamer.

žiadať
On žiada odškodnenie.
eisen
Hij eist compensatie.

milovať
Naozaj miluje svojho koňa.
houden van
Ze houdt echt veel van haar paard.

stačiť
Na obed mi stačí šalát.
genoeg zijn
Een salade is voor mij genoeg voor de lunch.

myslieť
Kto si myslíš, že je silnejší?
denken
Wie denk je dat sterker is?
