Woordenlijst

Leer werkwoorden – Slovaaks

cms/verbs-webp/120686188.webp
študovať
Dievčatá radi študujú spolu.
studeren
De meisjes studeren graag samen.
cms/verbs-webp/51465029.webp
meškať
Hodiny meškajú niekoľko minút.
achterlopen
De klok loopt een paar minuten achter.
cms/verbs-webp/109542274.webp
vpustiť
Mali by byť utečenci vpustení na hraniciach?
doorlaten
Moeten vluchtelingen aan de grenzen worden doorgelaten?
cms/verbs-webp/116932657.webp
dostať
V starobe dostáva dobrý dôchodok.
ontvangen
Hij ontvangt een goed pensioen op oudere leeftijd.
cms/verbs-webp/89635850.webp
vytáčať
Zdvihla telefón a vytáčala číslo.
draaien
Ze pakte de telefoon en draaide het nummer.
cms/verbs-webp/51573459.webp
zdôrazniť
Oči môžete dobre zdôrazniť makeupom.
benadrukken
Je kunt je ogen goed benadrukken met make-up.
cms/verbs-webp/86064675.webp
tlačiť
Auto zastavilo a muselo byť tlačené.
duwen
De auto stopte en moest geduwd worden.
cms/verbs-webp/119747108.webp
jesť
Čo dnes chceme jesť?
eten
Wat willen we vandaag eten?
cms/verbs-webp/119289508.webp
ponechať
Peniaze si môžete ponechať.
houden
Je mag het geld houden.
cms/verbs-webp/120900153.webp
ísť von
Deti konečne chcú ísť von.
uitgaan
De kinderen willen eindelijk naar buiten.
cms/verbs-webp/97335541.webp
komentovať
Každý deň komentuje politiku.
becommentariëren
Hij becommentarieert elke dag de politiek.
cms/verbs-webp/120282615.webp
investovať
Kam by sme mali investovať naše peniaze?
investeren
Waar moeten we ons geld in investeren?