Woordenlijst
Leer werkwoorden – Engels (US)
influence
Don’t let yourself be influenced by others!
beïnvloeden
Laat je niet door anderen beïnvloeden!
become
They have become a good team.
worden
Ze zijn een goed team geworden.
decide
She can’t decide which shoes to wear.
beslissen
Ze kan niet beslissen welke schoenen ze moet dragen.
come first
Health always comes first!
voorgaan
Gezondheid gaat altijd voor!
cover
The child covers itself.
bedekken
Het kind bedekt zichzelf.
help
Everyone helps set up the tent.
helpen
Iedereen helpt de tent opzetten.
search for
The police are searching for the perpetrator.
zoeken naar
De politie zoekt naar de dader.
mix
You can mix a healthy salad with vegetables.
mengen
Je kunt een gezonde salade met groenten mengen.
change
The light changed to green.
veranderen
Het licht veranderde in groen.
waste
Energy should not be wasted.
verspillen
Energie mag niet verspild worden.
set
You have to set the clock.
instellen
Je moet de klok instellen.