Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (US)

cms/verbs-webp/118759500.webp
harvest
We harvested a lot of wine.
oogsten
We hebben veel wijn geoogst.
cms/verbs-webp/91603141.webp
run away
Some kids run away from home.
weglopen
Sommige kinderen lopen van huis weg.
cms/verbs-webp/30793025.webp
show off
He likes to show off his money.
pronken
Hij pronkt graag met zijn geld.
cms/verbs-webp/119613462.webp
expect
My sister is expecting a child.
verwachten
Mijn zus verwacht een kind.
cms/verbs-webp/111160283.webp
imagine
She imagines something new every day.
voorstellen
Ze stelt zich elke dag iets nieuws voor.
cms/verbs-webp/89025699.webp
carry
The donkey carries a heavy load.
dragen
De ezel draagt een zware last.
cms/verbs-webp/75281875.webp
take care of
Our janitor takes care of snow removal.
zorgen voor
Onze conciërge zorgt voor de sneeuwruiming.
cms/verbs-webp/91930542.webp
stop
The policewoman stops the car.
stoppen
De agente stopt de auto.
cms/verbs-webp/122707548.webp
stand
The mountain climber is standing on the peak.
staan
De bergbeklimmer staat op de top.
cms/verbs-webp/115207335.webp
open
The safe can be opened with the secret code.
openen
De kluis kan worden geopend met de geheime code.
cms/verbs-webp/91906251.webp
call
The boy calls as loud as he can.
roepen
De jongen roept zo luid als hij kan.
cms/verbs-webp/120220195.webp
sell
The traders are selling many goods.
verkopen
De handelaren verkopen veel goederen.