Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (US)

cms/verbs-webp/59250506.webp
offer
She offered to water the flowers.
aanbieden
Ze bood aan de bloemen water te geven.
cms/verbs-webp/4706191.webp
practice
The woman practices yoga.
oefenen
De vrouw beoefent yoga.
cms/verbs-webp/102631405.webp
forget
She doesn’t want to forget the past.
vergeten
Ze wil het verleden niet vergeten.
cms/verbs-webp/43483158.webp
go by train
I will go there by train.
met de trein gaan
Ik ga er met de trein heen.
cms/verbs-webp/32796938.webp
send off
She wants to send the letter off now.
versturen
Ze wil de brief nu versturen.
cms/verbs-webp/115172580.webp
prove
He wants to prove a mathematical formula.
bewijzen
Hij wil een wiskundige formule bewijzen.
cms/verbs-webp/103797145.webp
hire
The company wants to hire more people.
aannemen
Het bedrijf wil meer mensen aannemen.
cms/verbs-webp/71612101.webp
enter
The subway has just entered the station.
binnenkomen
De metro is net het station binnengekomen.
cms/verbs-webp/57207671.webp
accept
I can’t change that, I have to accept it.
accepteren
Ik kan dat niet veranderen, ik moet het accepteren.
cms/verbs-webp/102238862.webp
visit
An old friend visits her.
bezoeken
Een oude vriend bezoekt haar.
cms/verbs-webp/63351650.webp
cancel
The flight is canceled.
annuleren
De vlucht is geannuleerd.
cms/verbs-webp/82095350.webp
push
The nurse pushes the patient in a wheelchair.
duwen
De verpleegster duwt de patiënt in een rolstoel.