Woordenlijst
Leer werkwoorden – Sloveens

zaposliti
Kandidat je bil zaposlen.
aannemen
De sollicitant werd aangenomen.

dešifrirati
On dešifrira drobni tisk z lupo.
ontcijferen
Hij ontcijfert de kleine letters met een vergrootglas.

spustiti skozi
Ali je treba begunce spustiti skozi meje?
doorlaten
Moeten vluchtelingen aan de grenzen worden doorgelaten?

objeti
Mati objame male nogice dojenčka.
omarmen
De moeder omarmt de kleine voetjes van de baby.

odpreti
Mi lahko, prosim, odpreš to konzervo?
openen
Kun je dit blikje voor me openen?

preiskati
Vlomilec preiskuje hišo.
doorzoeken
De inbreker doorzoekt het huis.

potrditi
Dobre novice je lahko potrdila svojemu možu.
bevestigen
Ze kon het goede nieuws aan haar man bevestigen.

miniti
Srednji vek je minil.
voorbijgaan
De middeleeuwse periode is voorbijgegaan.

zavedati se
Otrok se zaveda prepira svojih staršev.
bewust zijn van
Het kind is zich bewust van de ruzie van zijn ouders.

pustiti nedotaknjeno
Naravo so pustili nedotaknjeno.
onaangeroerd laten
De natuur werd onaangeroerd gelaten.

predlagati
Ženska svoji prijateljici nekaj predlaga.
voorstellen
De vrouw stelt iets voor aan haar vriendin.
