Woordenlijst

Leer bijwoorden – Sloveens

cms/adverbs-webp/174985671.webp
skoraj
Rezervoar je skoraj prazen.
bijna
De tank is bijna leeg.
cms/adverbs-webp/76773039.webp
preveč
Delo mi postaja preveč.
te veel
Het werk wordt me te veel.
cms/adverbs-webp/135100113.webp
vedno
Tukaj je vedno bilo jezero.
altijd
Hier was altijd een meer.
cms/adverbs-webp/162590515.webp
dovolj
Hoče spati in ima dovolj hrupa.
genoeg
Ze wil slapen en heeft genoeg van het lawaai.
cms/adverbs-webp/10272391.webp
že
On je že zaspal.
al
Hij slaapt al.
cms/adverbs-webp/155080149.webp
zakaj
Otroci želijo vedeti, zakaj je vse tako, kot je.
waarom
Kinderen willen weten waarom alles is zoals het is.
cms/adverbs-webp/132151989.webp
levo
Na levi lahko vidite ladjo.
links
Aan de linkerkant zie je een schip.
cms/adverbs-webp/23025866.webp
ves dan
Mati mora delati ves dan.
de hele dag
De moeder moet de hele dag werken.
cms/adverbs-webp/166784412.webp
kdaj
Si kdaj izgubil ves svoj denar na borzi?
ooit
Heb je ooit al je geld aan aandelen verloren?
cms/adverbs-webp/145004279.webp
nikamor
Te sledi ne vodijo nikamor.
nergens
Deze sporen leiden naar nergens.
cms/adverbs-webp/176427272.webp
dol
Pade dol z vrha.
naar beneden
Hij valt van boven naar beneden.
cms/adverbs-webp/102260216.webp
jutri
Nihče ne ve, kaj bo jutri.
morgen
Niemand weet wat morgen zal zijn.