Woordenlijst
Leer bijwoorden – Kroatisch

dolje
On leži dolje na podu.
beneden
Hij ligt beneden op de vloer.

tamo
Cilj je tamo.
daar
Het doel is daar.

puno
Zaista puno čitam.
veel
Ik lees inderdaad veel.

isto
Ovi ljudi su različiti, ali jednako optimistični!
even
Deze mensen zijn verschillend, maar even optimistisch!

sada
Trebam li ga sada nazvati?
nu
Moet ik hem nu bellen?

izvan
Danas jedemo izvan.
buiten
We eten vandaag buiten.

ikad
Jeste li ikad izgubili sav svoj novac na dionicama?
ooit
Heb je ooit al je geld aan aandelen verloren?

dolje
Pada s visine dolje.
naar beneden
Hij valt van boven naar beneden.

već
On je već zaspao.
al
Hij slaapt al.

vrlo
Dijete je vrlo gladno.
erg
Het kind is erg hongerig.

više
Starija djeca dobivaju više džeparca.
meer
Oudere kinderen krijgen meer zakgeld.
