Woordenlijst

Leer bijwoorden – Kroatisch

cms/adverbs-webp/176427272.webp
dolje
Pada s visine dolje.
naar beneden
Hij valt van boven naar beneden.
cms/adverbs-webp/135007403.webp
u
Ide li on unutra ili van?
in
Gaat hij naar binnen of naar buiten?
cms/adverbs-webp/67795890.webp
u
Oni skaču u vodu.
in
Ze springen in het water.
cms/adverbs-webp/128130222.webp
zajedno
Učimo zajedno u maloj grupi.
samen
We leren samen in een kleine groep.
cms/adverbs-webp/29115148.webp
ali
Kuća je mala ali romantična.
maar
Het huis is klein maar romantisch.
cms/adverbs-webp/123249091.webp
zajedno
Dvoje se vole igrati zajedno.
samen
De twee spelen graag samen.
cms/adverbs-webp/138692385.webp
negdje
Zec se negdje sakrio.
ergens
Een konijn heeft zich ergens verstopt.
cms/adverbs-webp/66918252.webp
barem
Frizer nije koštao puno, barem.
minstens
De kapper kostte minstens niet veel.
cms/adverbs-webp/40230258.webp
previše
Uvijek je previše radio.
te veel
Hij heeft altijd te veel gewerkt.
cms/adverbs-webp/178519196.webp
ujutro
Moram ustati rano ujutro.
‘s morgens
Ik moet vroeg opstaan ‘s morgens.
cms/adverbs-webp/172832880.webp
vrlo
Dijete je vrlo gladno.
erg
Het kind is erg hongerig.
cms/adverbs-webp/80929954.webp
više
Starija djeca dobivaju više džeparca.
meer
Oudere kinderen krijgen meer zakgeld.