Woordenlijst
Leer bijwoorden – Kroatisch

dolje
Ona skače dolje u vodu.
naar beneden
Ze springt naar beneden in het water.

na to
On se penje na krov i sjedi na to.
erop
Hij klimt op het dak en zit erop.

zaista
Mogu li to zaista vjerovati?
echt
Kan ik dat echt geloven?

dalje
On nosi plijen dalje.
weg
Hij draagt de prooi weg.

zašto
Djeca žele znati zašto je sve kako jest.
waarom
Kinderen willen weten waarom alles is zoals het is.

sam
Uživam u večeri sam.
alleen
Ik geniet van de avond helemaal alleen.

puno
Zaista puno čitam.
veel
Ik lees inderdaad veel.

besplatno
Solarna energija je besplatna.
gratis
Zonne-energie is gratis.

zajedno
Dvoje se vole igrati zajedno.
samen
De twee spelen graag samen.

previše
Posao mi postaje previše.
te veel
Het werk wordt me te veel.

pola
Čaša je pola prazna.
half
Het glas is half leeg.
