Woordenlijst
Leer bijwoorden – Deens

måske
Hun vil måske bo i et andet land.
misschien
Ze wil misschien in een ander land wonen.

når som helst
Du kan ringe til os når som helst.
altijd
Je kunt ons altijd bellen.

først
Sikkerhed kommer først.
eerst
Veiligheid komt eerst.

i
Går han ind eller ud?
in
Gaat hij naar binnen of naar buiten?

på det
Han klatrer op på taget og sidder på det.
erop
Hij klimt op het dak en zit erop.

aldrig
Man skal aldrig give op.
nooit
Men moet nooit opgeven.

ud
Han vil gerne komme ud af fængslet.
uit
Hij zou graag uit de gevangenis willen komen.

gratis
Solenergi er gratis.
gratis
Zonne-energie is gratis.

sammen
De to kan godt lide at lege sammen.
samen
De twee spelen graag samen.

aldrig
Gå aldrig i seng med sko på!
nooit
Ga nooit met schoenen aan naar bed!

men
Huset er lille, men romantisk.
maar
Het huis is klein maar romantisch.
