Woordenlijst

Leer bijwoorden – Deens

cms/adverbs-webp/135007403.webp
i
Går han ind eller ud?
in
Gaat hij naar binnen of naar buiten?
cms/adverbs-webp/123249091.webp
sammen
De to kan godt lide at lege sammen.
samen
De twee spelen graag samen.
cms/adverbs-webp/134906261.webp
allerede
Huset er allerede solgt.
al
Het huis is al verkocht.
cms/adverbs-webp/67795890.webp
ind
De hopper ind i vandet.
in
Ze springen in het water.
cms/adverbs-webp/176340276.webp
næsten
Det er næsten midnat.
bijna
Het is bijna middernacht.
cms/adverbs-webp/176235848.webp
ind
De to kommer ind.
in
De twee komen binnen.
cms/adverbs-webp/170728690.webp
alene
Jeg nyder aftenen helt alene.
alleen
Ik geniet van de avond helemaal alleen.
cms/adverbs-webp/7659833.webp
gratis
Solenergi er gratis.
gratis
Zonne-energie is gratis.
cms/adverbs-webp/38216306.webp
også
Hendes kæreste er også fuld.
ook
Haar vriendin is ook dronken.
cms/adverbs-webp/142768107.webp
aldrig
Man skal aldrig give op.
nooit
Men moet nooit opgeven.
cms/adverbs-webp/154535502.webp
snart
En kommerciel bygning vil snart blive åbnet her.
binnenkort
Hier wordt binnenkort een commercieel gebouw geopend.
cms/adverbs-webp/46438183.webp
før
Hun var tykkere før end nu.
voor
Ze was voorheen dikker dan nu.