Woordenlijst
Leer bijwoorden – Deens

om morgenen
Jeg skal stå op tidligt om morgenen.
‘s morgens
Ik moet vroeg opstaan ‘s morgens.

ret
Hun er ret slank.
behoorlijk
Ze is behoorlijk slank.

ud
Hun kommer ud af vandet.
uit
Ze komt uit het water.

ned
Hun springer ned i vandet.
naar beneden
Ze springt naar beneden in het water.

aldrig
Man skal aldrig give op.
nooit
Men moet nooit opgeven.

korrekt
Ordet er ikke stavet korrekt.
correct
Het woord is niet correct gespeld.

nok
Hun vil sove og har fået nok af støjen.
genoeg
Ze wil slapen en heeft genoeg van het lawaai.

hele dagen
Moderen skal arbejde hele dagen.
de hele dag
De moeder moet de hele dag werken.

ingen steder
Disse spor fører ingen steder hen.
nergens
Deze sporen leiden naar nergens.

ned
Han falder ned oppefra.
naar beneden
Hij valt van boven naar beneden.

i morgen
Ingen ved, hvad der vil ske i morgen.
morgen
Niemand weet wat morgen zal zijn.
