Woordenlijst

Leer bijwoorden – Deens

cms/adverbs-webp/38720387.webp
ned
Hun springer ned i vandet.
naar beneden
Ze springt naar beneden in het water.
cms/adverbs-webp/138692385.webp
et eller andet sted
En kanin har gemt sig et eller andet sted.
ergens
Een konijn heeft zich ergens verstopt.
cms/adverbs-webp/154535502.webp
snart
En kommerciel bygning vil snart blive åbnet her.
binnenkort
Hier wordt binnenkort een commercieel gebouw geopend.
cms/adverbs-webp/166784412.webp
nogensinde
Har du nogensinde mistet alle dine penge i aktier?
ooit
Heb je ooit al je geld aan aandelen verloren?
cms/adverbs-webp/142768107.webp
aldrig
Man skal aldrig give op.
nooit
Men moet nooit opgeven.
cms/adverbs-webp/134906261.webp
allerede
Huset er allerede solgt.
al
Het huis is al verkocht.
cms/adverbs-webp/96228114.webp
nu
Skal jeg ringe til ham nu?
nu
Moet ik hem nu bellen?
cms/adverbs-webp/145489181.webp
måske
Hun vil måske bo i et andet land.
misschien
Ze wil misschien in een ander land wonen.
cms/adverbs-webp/102260216.webp
i morgen
Ingen ved, hvad der vil ske i morgen.
morgen
Niemand weet wat morgen zal zijn.
cms/adverbs-webp/12727545.webp
nede
Han ligger nede på gulvet.
beneden
Hij ligt beneden op de vloer.
cms/adverbs-webp/123249091.webp
sammen
De to kan godt lide at lege sammen.
samen
De twee spelen graag samen.
cms/adverbs-webp/145004279.webp
ingen steder
Disse spor fører ingen steder hen.
nergens
Deze sporen leiden naar nergens.