Woordenlijst
Leer bijwoorden – Deens

ned
Hun springer ned i vandet.
naar beneden
Ze springt naar beneden in het water.

et eller andet sted
En kanin har gemt sig et eller andet sted.
ergens
Een konijn heeft zich ergens verstopt.

snart
En kommerciel bygning vil snart blive åbnet her.
binnenkort
Hier wordt binnenkort een commercieel gebouw geopend.

nogensinde
Har du nogensinde mistet alle dine penge i aktier?
ooit
Heb je ooit al je geld aan aandelen verloren?

aldrig
Man skal aldrig give op.
nooit
Men moet nooit opgeven.

allerede
Huset er allerede solgt.
al
Het huis is al verkocht.

nu
Skal jeg ringe til ham nu?
nu
Moet ik hem nu bellen?

måske
Hun vil måske bo i et andet land.
misschien
Ze wil misschien in een ander land wonen.

i morgen
Ingen ved, hvad der vil ske i morgen.
morgen
Niemand weet wat morgen zal zijn.

nede
Han ligger nede på gulvet.
beneden
Hij ligt beneden op de vloer.

sammen
De to kan godt lide at lege sammen.
samen
De twee spelen graag samen.
