Woordenlijst

Leer bijwoorden – Frans

cms/adverbs-webp/96364122.webp
d‘abord
La sécurité d‘abord.
eerst
Veiligheid komt eerst.
cms/adverbs-webp/164633476.webp
de nouveau
Ils se sont rencontrés de nouveau.
opnieuw
Ze ontmoetten elkaar opnieuw.
cms/adverbs-webp/134906261.webp
déjà
La maison est déjà vendue.
al
Het huis is al verkocht.
cms/adverbs-webp/142768107.webp
jamais
On ne devrait jamais abandonner.
nooit
Men moet nooit opgeven.
cms/adverbs-webp/123249091.webp
ensemble
Les deux aiment jouer ensemble.
samen
De twee spelen graag samen.
cms/adverbs-webp/7659833.webp
gratuitement
L‘énergie solaire est gratuite.
gratis
Zonne-energie is gratis.
cms/adverbs-webp/67795890.webp
dans
Ils sautent dans l‘eau.
in
Ze springen in het water.
cms/adverbs-webp/57758983.webp
moitié
Le verre est à moitié vide.
half
Het glas is half leeg.
cms/adverbs-webp/66918252.webp
au moins
Le coiffeur n‘a pas coûté cher, au moins.
minstens
De kapper kostte minstens niet veel.
cms/adverbs-webp/176427272.webp
en bas
Il tombe d‘en haut.
naar beneden
Hij valt van boven naar beneden.
cms/adverbs-webp/102260216.webp
demain
Personne ne sait ce qui sera demain.
morgen
Niemand weet wat morgen zal zijn.
cms/adverbs-webp/40230258.webp
trop
Il a toujours trop travaillé.
te veel
Hij heeft altijd te veel gewerkt.