Woordenlijst
Leer bijwoorden – Frans

presque
Le réservoir est presque vide.
bijna
De tank is bijna leeg.

gratuitement
L‘énergie solaire est gratuite.
gratis
Zonne-energie is gratis.

déjà
La maison est déjà vendue.
al
Het huis is al verkocht.

maintenant
Devrais-je l‘appeler maintenant ?
nu
Moet ik hem nu bellen?

plus
Les enfants plus âgés reçoivent plus d‘argent de poche.
meer
Oudere kinderen krijgen meer zakgeld.

longtemps
J‘ai dû attendre longtemps dans la salle d‘attente.
lang
Ik moest lang in de wachtkamer wachten.

nulle part
Ces traces ne mènent nulle part.
nergens
Deze sporen leiden naar nergens.

jamais
Ne jamais aller au lit avec des chaussures !
nooit
Ga nooit met schoenen aan naar bed!

déjà
As-tu déjà perdu tout ton argent en actions?
ooit
Heb je ooit al je geld aan aandelen verloren?

seul
Je profite de la soirée tout seul.
alleen
Ik geniet van de avond helemaal alleen.

pourquoi
Les enfants veulent savoir pourquoi tout est comme c‘est.
waarom
Kinderen willen weten waarom alles is zoals het is.
