Woordenlijst

Leer bijwoorden – Frans

cms/adverbs-webp/77321370.webp
par exemple
Comment trouvez-vous cette couleur, par exemple ?
bijvoorbeeld
Hoe vind je deze kleur, bijvoorbeeld?
cms/adverbs-webp/178653470.webp
dehors
Nous mangeons dehors aujourd‘hui.
buiten
We eten vandaag buiten.
cms/adverbs-webp/155080149.webp
pourquoi
Les enfants veulent savoir pourquoi tout est comme c‘est.
waarom
Kinderen willen weten waarom alles is zoals het is.
cms/adverbs-webp/164633476.webp
de nouveau
Ils se sont rencontrés de nouveau.
opnieuw
Ze ontmoetten elkaar opnieuw.
cms/adverbs-webp/141168910.webp
Le but est là.
daar
Het doel is daar.
cms/adverbs-webp/46438183.webp
avant
Elle était plus grosse avant qu‘aujourd‘hui.
voor
Ze was voorheen dikker dan nu.
cms/adverbs-webp/96549817.webp
loin
Il emporte la proie au loin.
weg
Hij draagt de prooi weg.
cms/adverbs-webp/174985671.webp
presque
Le réservoir est presque vide.
bijna
De tank is bijna leeg.
cms/adverbs-webp/80929954.webp
plus
Les enfants plus âgés reçoivent plus d‘argent de poche.
meer
Oudere kinderen krijgen meer zakgeld.
cms/adverbs-webp/162590515.webp
assez
Elle veut dormir et en a assez du bruit.
genoeg
Ze wil slapen en heeft genoeg van het lawaai.