Woordenlijst

Leer bijwoorden – Frans

cms/adverbs-webp/96228114.webp
maintenant
Devrais-je l‘appeler maintenant ?
nu
Moet ik hem nu bellen?
cms/adverbs-webp/102260216.webp
demain
Personne ne sait ce qui sera demain.
morgen
Niemand weet wat morgen zal zijn.
cms/adverbs-webp/155080149.webp
pourquoi
Les enfants veulent savoir pourquoi tout est comme c‘est.
waarom
Kinderen willen weten waarom alles is zoals het is.
cms/adverbs-webp/38720387.webp
en bas
Elle saute dans l‘eau en bas.
naar beneden
Ze springt naar beneden in het water.
cms/adverbs-webp/10272391.webp
déjà
Il est déjà endormi.
al
Hij slaapt al.
cms/adverbs-webp/178180190.webp
là-bas
Va là-bas, puis pose à nouveau la question.
daar
Ga daarheen, vraag dan opnieuw.
cms/adverbs-webp/7769745.webp
encore
Il réécrit tout encore.
opnieuw
Hij schrijft alles opnieuw.
cms/adverbs-webp/170728690.webp
seul
Je profite de la soirée tout seul.
alleen
Ik geniet van de avond helemaal alleen.
cms/adverbs-webp/54073755.webp
dessus
Il monte sur le toit et s‘assoit dessus.
erop
Hij klimt op het dak en zit erop.
cms/adverbs-webp/176340276.webp
presque
Il est presque minuit.
bijna
Het is bijna middernacht.
cms/adverbs-webp/76773039.webp
trop
Le travail devient trop pour moi.
te veel
Het werk wordt me te veel.
cms/adverbs-webp/71109632.webp
vraiment
Puis-je vraiment croire cela ?
echt
Kan ik dat echt geloven?