Woordenlijst

Leer bijwoorden – Sloveens

cms/adverbs-webp/178180190.webp
tja
Pojdi tja, nato vprašaj znova.
daar
Ga daarheen, vraag dan opnieuw.
cms/adverbs-webp/38720387.webp
dol
Skoči dol v vodo.
naar beneden
Ze springt naar beneden in het water.
cms/adverbs-webp/54073755.webp
na
Pleza na streho in sedi na njej.
erop
Hij klimt op het dak en zit erop.
cms/adverbs-webp/172832880.webp
zelo
Otrok je zelo lačen.
erg
Het kind is erg hongerig.
cms/adverbs-webp/98507913.webp
vse
Tukaj lahko vidite vse zastave sveta.
alle
Hier kun je alle vlaggen van de wereld zien.
cms/adverbs-webp/102260216.webp
jutri
Nihče ne ve, kaj bo jutri.
morgen
Niemand weet wat morgen zal zijn.
cms/adverbs-webp/123249091.webp
skupaj
Oba rada igrata skupaj.
samen
De twee spelen graag samen.
cms/adverbs-webp/178653470.webp
zunaj
Danes jemo zunaj.
buiten
We eten vandaag buiten.
cms/adverbs-webp/135100113.webp
vedno
Tukaj je vedno bilo jezero.
altijd
Hier was altijd een meer.
cms/adverbs-webp/66918252.webp
vsaj
Frizer ni stalo veliko, vsaj.
minstens
De kapper kostte minstens niet veel.
cms/adverbs-webp/10272391.webp
že
On je že zaspal.
al
Hij slaapt al.
cms/adverbs-webp/71109632.webp
res
Lahko temu res verjamem?
echt
Kan ik dat echt geloven?