Woordenlijst

Leer bijwoorden – Sloveens

cms/adverbs-webp/57457259.webp
ven
Bolni otrok ne sme iti ven.
buiten
Het zieke kind mag niet naar buiten.
cms/adverbs-webp/96228114.webp
zdaj
Naj ga zdaj pokličem?
nu
Moet ik hem nu bellen?
cms/adverbs-webp/138988656.webp
kadarkoli
Lahko nas pokličete kadarkoli.
altijd
Je kunt ons altijd bellen.
cms/adverbs-webp/38216306.webp
tudi
Njena prijateljica je tudi pijana.
ook
Haar vriendin is ook dronken.
cms/adverbs-webp/123249091.webp
skupaj
Oba rada igrata skupaj.
samen
De twee spelen graag samen.
cms/adverbs-webp/174985671.webp
skoraj
Rezervoar je skoraj prazen.
bijna
De tank is bijna leeg.
cms/adverbs-webp/170728690.webp
sam
Večer uživam sam.
alleen
Ik geniet van de avond helemaal alleen.
cms/adverbs-webp/10272391.webp
že
On je že zaspal.
al
Hij slaapt al.
cms/adverbs-webp/111290590.webp
enako
Ti ljudje so različni, vendar enako optimistični!
even
Deze mensen zijn verschillend, maar even optimistisch!
cms/adverbs-webp/40230258.webp
preveč
Vedno je preveč delal.
te veel
Hij heeft altijd te veel gewerkt.
cms/adverbs-webp/38720387.webp
dol
Skoči dol v vodo.
naar beneden
Ze springt naar beneden in het water.
cms/adverbs-webp/178600973.webp
nekaj
Vidim nekaj zanimivega!
iets
Ik zie iets interessants!