Woordenlijst

Sloveens – Bijwoordenoefening

cms/adverbs-webp/10272391.webp
al
Hij slaapt al.
cms/adverbs-webp/80929954.webp
meer
Oudere kinderen krijgen meer zakgeld.
cms/adverbs-webp/155080149.webp
waarom
Kinderen willen weten waarom alles is zoals het is.
cms/adverbs-webp/76773039.webp
te veel
Het werk wordt me te veel.
cms/adverbs-webp/66918252.webp
minstens
De kapper kostte minstens niet veel.
cms/adverbs-webp/73459295.webp
ook
De hond mag ook aan tafel zitten.
cms/adverbs-webp/46438183.webp
voor
Ze was voorheen dikker dan nu.
cms/adverbs-webp/178180190.webp
daar
Ga daarheen, vraag dan opnieuw.
cms/adverbs-webp/54073755.webp
erop
Hij klimt op het dak en zit erop.
cms/adverbs-webp/170728690.webp
alleen
Ik geniet van de avond helemaal alleen.
cms/adverbs-webp/57457259.webp
buiten
Het zieke kind mag niet naar buiten.
cms/adverbs-webp/96228114.webp
nu
Moet ik hem nu bellen?