Woordenlijst

Zweeds – Bijwoordenoefening

cms/adverbs-webp/29115148.webp
maar
Het huis is klein maar romantisch.
cms/adverbs-webp/154535502.webp
binnenkort
Hier wordt binnenkort een commercieel gebouw geopend.
cms/adverbs-webp/67795890.webp
in
Ze springen in het water.
cms/adverbs-webp/96228114.webp
nu
Moet ik hem nu bellen?
cms/adverbs-webp/135007403.webp
in
Gaat hij naar binnen of naar buiten?
cms/adverbs-webp/98507913.webp
alle
Hier kun je alle vlaggen van de wereld zien.
cms/adverbs-webp/57457259.webp
buiten
Het zieke kind mag niet naar buiten.
cms/adverbs-webp/166071340.webp
uit
Ze komt uit het water.
cms/adverbs-webp/23708234.webp
correct
Het woord is niet correct gespeld.
cms/adverbs-webp/170728690.webp
alleen
Ik geniet van de avond helemaal alleen.
cms/adverbs-webp/135100113.webp
altijd
Hier was altijd een meer.
cms/adverbs-webp/102260216.webp
morgen
Niemand weet wat morgen zal zijn.